Helden

Uitgeblust zit ik in de zetel. Het is laat. Te laat voor het lokale frietkot om nog open te zijn. En daarom zit ik daar met een bord kroketten op mijn schoot. Kroketten met een klodder mayonaise. Marginaal, ik weet het. Maar ik heb er een werkweek van 80 uur op zitten, voel mij lichtjes mottig van honger en vermoeidheid en er is niks anders in huis dat een beetje op avondeten lijkt.

Terwijl anderen in blinde paniek als kuddedieren wc-papier en pasta gingen hamsteren of in totale ontkenning nog een lockdown feestje hielden, werd er in ons ziekenhuis keihard gewerkt om de eerste coronapatiënten op te vangen, en om voorbereid te zijn op erger. Er is impact over alle diensten heen. Maar het zijn de artsen en verpleegkundigen die in de frontlijn staan. Ze krijgen instructies over hoe ze zich moeten beschermen tegen infectie wanneer ze zich over vermoedelijke of bevestigde coronapatiënten ontfermen, niet wetend of de voorraad materiaal op tijd aangevuld raakt. We doorploegen de richtlijnen die dagelijks en soms zelfs om de paar uur veranderen. En daarop schakelen we, allemaal samen. Er zijn vragen, veel vragen, en niet altijd antwoorden. Maar iedereen doet zijn uiterste best.

In tegenstelling tot wat er zich buiten de muren van het ziekenhuis afspeelt, is er niemand hier die de ernst van de situatie in vraag stelt.

Zo ploeteren we een bizarre week vol wendingen door, drijvend op expertise, gezond verstand, gedachtewisseling, samenwerking, voortschrijdend inzicht en steeds wijzigende instructies. Na zeven dagen voel ik de vermoeidheid toeslaan. Nu al, en we staan nog maar aan het begin. En wat moeten de zorgverleners dan wel zeggen?

Vrijdagavond stap ik om half tien naar mijn auto wanneer ik alweer telefoon krijg. Er zijn net nieuwe, ingrijpende richtlijnen van de overheid gekomen. Ik keer op mijn stappen terug en met ons kleine communicatieteam werken we nog door. Een hoopje cashewnoten wordt collegiaal verdeeld als avondhapje om de honger te stillen. Vijftien uur zijn we zo al aan één stuk door bezig, in opperste concentratie. Het voelt alsof we in een controlekamer werken, met inkomende en uitgaande stromen van informatie en communicatie. Tussendoor gaat iemand het veld in voor crisisoverleg en keert dan terug met nieuwe brokken info waar wij ons ding mee doen.

Crisistijden zijn vermoeiend, intens, maar ze brengen ook goeie dingen mee. Sterk teamwerk, wederzijds respect, warme solidariteit. Helaas blijkt tegelijk het laagje beschaving in deze omstandigheden ook bijzonder dun met mondmasker- en handalcoholdieven, panikerende hamsteraars, agressievelingen die eisen om getest te worden wanneer dat niet nodig is, paniekzaaiers die valse informatie verspreiden. Het beste en het slechtste in de mens komt naar boven.

Corona plaatst ons in een sociaal experiment. Het soort experiment dat je niet terug kunt draaien. Zijn we bereid om in het belang van het groter geheel onze individuele wensen en grillen te overstijgen?

Als we het een ontwrichtende ervaring vinden om enkele weken niet op restaurant te gaan en niet naar hartenlust te kunnen shoppen (zelfs als ‘coronavluchteling’ de grens oversteken om toch maar te kunnen kopen!), dan zegt dat iets over de gigantische bubbel waar wij welvarende westerlingen in leven. In die bubbel gaan we uit van een soort vanzelfsprekendheid, van een verworven recht op bestaanszekerheid. Er mag ons niks worden afgepakt en we moeten altijd en overal onze goesting kunnen doen. De wereld op zijn kop, dat is iets wat andere mensen meemaken. De mensen op nieuwsbeelden, op andere plaatsen ver van ons bed. Maar nu worden onze eigen levens en routines door elkaar geschud. Ineens moeten wij een samenleving zijn waarin het gemeenschappelijk belang voorop staat. En dat is voor sommigen blijkbaar heel moeilijk. Want ja zeg, dat is toch maar een griepje, die corona? Er lopen dezer dagen veel zelfverklaarde experten rond.

Gelukkig gebeuren er ook veel mooie dingen. Zoals mensen die oplossingen zoeken om elkaar te helpen met kinderopvang, mensen die boodschappen doen voor anderen die het huis niet uit kunnen, Italiaanse buurtbewoners die het isolement doorbreken door samen te zingen met klinkende potten en pannen vanop de balkons van de appartementen waar ze in isolatie zitten. En er mag ook nog gelachen worden tussendoor. Er rest dus nog wat hoop voor de mensheid, zwalpend tussen angst en levenslust.

Ons kleine team zet door. Vanaf nu met een vroege en een late shift, ook in de weekends. In duo en trio en full force met vijf wanneer het nodig is. Een fragiele verdeling die bruut verstoord kan worden de komende periode, dat beseffen we. Het is een crash cursus in omgaan met onzekerheid, in het wendbaar zijn. Het voelt vreemd, de eerste ‘shiftwissel’ met een lange overdrachtslijst. Na alweer een vroege ochtend, wandel ik in de namiddag met de eerste warme lentezon op mijn schouders naar mijn auto. Thuis is de frigo ondertussen gevuld met voedzame kost. Zelfzorg in tumultueuze tijden.

Onzekere weken liggen voor ons, maar we hebben allemaal grote impact op wat komt. Maak u geen zorgen over wc rollen, maar over elkaar. In deze coronatijden is het niet het moment voor misplaatste rebellie of eigenzinnigheid. Doe wat gevraagd wordt.

De helden in dit verhaal, dat zijn de zorgverleners die dag en nacht in de weer zijn voor zieke mensen. Dat doen ze in alle sereniteit. Zij nemen hun volle verantwoordelijkheid, zonder paniekzaaierij, in de frontlinie.

En daarvoor krijgen zij mijn oneindige dank, respect en steun.

 

Foto: Erika Wittlieb

 

6 gedachten over “Helden

Voeg uw reactie toe

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑