De lange weg naar huis

Daar stonden we. Zeven vrouwen, zeven koffers, in een parkeergarage ergens in Barcelona. Dat had niemand van ons kunnen denken aan het begin van de dag. Vier jaar later herinnert Facebook me met die foto aan de bizarre roadtrip. Vermoeid en ook opgelucht dat we tot daar geraakt waren, poseerden wij vrouwen samen. De bommen die ’s ochtends ontploften in Zaventem hadden ons samen gebracht in de lange wachtrij op de luchthaven van Valencia voor een vlucht naar Brussel die niet zou vertrekken.

Wij wilden maar één ding, zo snel mogelijk thuis geraken. En dus sloten wij, mijn travel sister Lesley en ik, een pact met vijf voormalige chirovriendinnen die vlak voor ons stonden aan te schuiven. Zo’n chirovrouwen weten van aanpakken. En er ontstond een sisterhood daar in de wachtrij vol radeloze mensen terwijl een sensatiebeluste cameraploeg rond ons heen zwermde. Enige online research bracht ons bij een vlucht die de volgende dag uit Barcelona zou vertrekken richting Oostende. We wisten de laatste plaatsen te bemachtigen. En toen huurden wij de grootste auto die we konden vinden en kropen er met 7 vrouwen en 7 koffers in.

Vier uur zaten we samen in die propvolle auto, nu eens stil, dan weer uitgelaten. Het was een surreële autorit. Samen probeerden we die vreemde, beangstigende situatie te verwerken. Wij hoorden thuis te zijn. In plaats daarvan reden we naar Barcelona terwijl de meest verontrustende berichten van het thuisfront bliepten op onze smartphones. Tegen de vroege avond bereikten we de stad en reden vlotjes naar de parkeergarage waar we de auto weer inleverden en elk naar onze haastig geboekte hotels liepen. De hoteleigenaar kwam nog aankloppen met een flesje bubbels, als troost voor zijn Belgische gasten. In het tapas restaurant ’s avonds raakten we aan de praat met een jong Japans koppeltje dat prompt pray for Belgium prevelde met bijpassend hoofdknikje toen we vertelden waar wij woonden.

’s Ochtends lazen de Barcelonezen kranten met covers vol terror en Bélgica, terwijl wij temidden van hen stilletjes op een ontbijtje kauwden.

Na 24 uur in Barcelona kwamen we laat op de avond aan in Oostende. Blij om weer bij onze families te kunnen zijn, maar ook ongerust. In het ziekenhuis waar ik werk hielden bewapende militairen de wacht. Mensen waren bang om te komen werken. Nog een paar dagen later stond ik als interne fotograaf discreet opgesteld langs het bed van een jonge zwaargewonde vrouw, terwijl de koning en de koningin een gesprek aanknoopten met haar familie. Caroline was haar naam. Ik zal het nooit vergeten. Met omzwachteld hoofd lag ze in dat bed, in foetushouding, als een frèle hoopje mens. Ze moet amper beseft hebben wie er bij haar was. Op een andere kamer lag een man die zijn beide benen was verloren. Ondanks alles toonde hij zich dapper. Die avond liet ik thuis de tranen stromen. Zoveel leed, zoveel onmacht.

Na een paar maanden kwamen Caroline en haar mama onverwacht langs op ons buro. Ze wilden graag de foto’s ontvangen van het koninklijk bezoek. Stil keken we op het scherm naar die confronterende beelden. Ik vroeg haar hoe het nu ging.

Ik geloof dat ze iets zei als ‘ça va’, waarop haar moeder haar aankeek en zachtjes zei ‘nee, het gaat eigenlijk niet, hé Caroline’.

Ze nam nooit de metro, alleen die ene ochtend om met een vriendin te gaan ontbijten. En ik dacht aan hoe ik met een paar dagen verschil op het verkeerde moment in de vertrekhal van Zaventem had kunnen staan om naar Valencia te vertrekken.

Als als als … Maar het lot of het toeval – dat laat ik in het midden – zette mij in een auto van Valencia naar Barcelona. Zeven vrouwen en zeven koffers, veilig bij elkaar op de lange weg naar huis.

 

 

2 gedachten over “De lange weg naar huis

Voeg uw reactie toe

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑