Mereltje

Zachtjes beroert de wind de vogelveren. Fijne dauwdruppels blinken op het tere lijfje dat roerloos op de terrastegel ligt. In het grijze ochtendlicht sta ik daar bij het vogeltje. Een merel. Ze moet tegen het raam gevlogen zijn. Nu ligt ze hier, roerloos, met slechts schijnbewegingen in haar vederjasje door de blazende wind. Schijnbaar ongeschonden ligt ze hier. Alsof er toch nog een kans bestaat dat dit stilleven weer in beweging komt. Maar merel blijft doodstil liggen. Voorzichtig kom ik dichterbij om haar nader te bekijken. Ik weet niet eens waarom ik zo voorzichtig ben, want merel zal niet meer schrikken of opvliegen. Haar oogjes zijn open, maar blinken niet meer.

Ik kniel neer bij mereltje.

Heeft ze hier de hele nacht gelegen of is ze in alle vroegte, bij het eerste grauwe ochtendlicht, hier neergevallen? Is er een mannetjesmerel die haar nu zal missen? Bruin gevlekte borstveren steken af tegen de donkerdere kleur op de rest van het bolle lijfje waarmee ze gebroed, gevlogen en gezongen heeft. Haar zo zien liggen is van een trieste schoonheid.

Merel heeft een laatste rustplaats nodig.

Achteraan in de tuin, op een paar meter van het voederhuisje en van de mezenbollen in de haag, kies ik een plekje. De schop laat zich makkelijk in de natte grond onder de magnoliaboom zakken. Ik zou dikke tuinhandschoenen kunnen aantrekken en merel zo naar hier dragen. Maar ik durf haar niet aan te raken, zelfs niet met een handschoen. Voorzichtig schuif ik de schop onder haar lijfje. De druppels op haar vederjasje blinken nog steeds. Af en aan moet ze hier gevlogen hebben. Liederen gezongen vanuit de bomen. Nestjes gebouwd en jongen gevoed. Nu ligt ze roerloos op het blad van de tuinschop en dat doet me wat.

Behoedzaam plaats ik merel in het kleine holletje in de aarde.

Ja, het is goed zo. Ik dek haar toe.
Rust zacht, mereltje.

Een gedachte over “Mereltje

Voeg uw reactie toe

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑