Speculaas, zelfs na meer dan drie decennia sinds het voorval vraag ik me af waarom het speculaas moest zijn. Kleuters, tafeltjes in een ouderwets klaslokaal, een tuttige kleuterjuf en ouders. Fiere ouders die tijdens open klasdag hun kleine hartendiefjes kwamen bewonderen. Zie ze daar zitten, zo braaf en schattig. Amper vier en zo flink in de klas!
Wat een bedrieglijk schouwspel. De machtsverhoudingen tekenden zich daar al af. Daar aan die kleine tafeltjes. Met vier zaten we. Twee jongens, twee meisjes. “Ik,” begon het andere meisje met grote nadruk, “ ben de moeder. Ben is de vader. Christophe is het kind. En zij …,” vingertje naar mij gericht, “zij is de speculaas. We stoppen de speculaas in de oven en eten haar op!”. Met deze verklaring maakte het grote, dominante meisje meteen duidelijk dat ik niet mee telde. In haar imaginair gezinnetje was ik geen mens, maar een speculaas. Een speculaas, verdomme!
Ik weet niet meer of ik zelfs maar een licht protest geuit heb, maar het kwetste me tot in het diepste van mijn kleuterzieltje. De tuttige juf schonk geen aandacht aan ons. Wat spelen ze braaf, moet ze gedacht hebben. Maar daar in dat kleuterklasje, onder de ogen van al die grote mensen, werd een smerig spel gespeeld. “Jij bent de speculaas. We eten je ooooop”. Kinderen kunnen wreed zijn. Wat een bitch was dat dominante meisje op zo’n jonge leeftijd. Een natuurtalent. Mij van mijn stoeltje duwen was minder pijnlijk geweest. Maar nee, ze besefte dat ze een subtielere techniek moest gebruiken, daar voor de ogen van de mama’s en de papa’s. Speculaas, verdomme! Hoe kwam ze erbij? En waarom ik?
Het speculaas-incident was maar een voorproefje van latere pesterijen. Het grote dominante meisje bleef in mijn klas, maar was niet eens de ergste. Het grootste venijn kwam van het kleinste meisje. Ik onderging de pesterijen, de smalende opmerkingen, kwam soms huilend thuis en vertrok ‘s ochtends met een knoop in mijn maag. De juffen merkten nooit iets op. Ik was braaf. Maakte mijn huiswerk. Haalde uitstekende punten. Alsof dat – paradoxaal genoeg – ook een manier was geworden om niet op te vallen. Walk the line en ze laten je allemaal met rust. Er waren ook betere periodes. Dan verlegde de aandacht zich tijdelijk naar een ander slachtoffer. Toch hield ik me gedeisd, altijd. Ik was ‘het stille meisje’. Maar in mijn hoofd was het niet stil.
In het middelbaar was het pesten voorbij, althans voor mij. Ik kwam in een nieuwe klas met veel nieuwe kinderen en op één of andere manier vond ik mijn weg. Ik sloot vriendschappen en bloeide wat meer open. Anderen waren minder fortuinlijk. Kinderen die het thuis ook het moeilijkst hadden werden vaak nog het hardst van al gepest. Ik deed nooit mee, keek het met lede ogen aan. Als je hoort hoe er vandaag gepest wordt met gebruik van sociale media, was ik nog bij de ‘gelukkigen’. Ik ben op mijn pootjes terecht gekomen en heb er – veel later, dat wel – lessen uit getrokken. Want als je niet oppast dan begin je je ook te gedragen als de speculaas.
Nu wou ik dat ik meer van me had afgebeten. Maar het lag niet in mijn aard. Het is raar hoe kinderen een radar hebben voor gevoeligheid en daar zelfs zo klein al misbruik van maken. Bewust een ander willen kwetsen. Gaandeweg ging ik geloven dat gevoeligheid een zwakte is, maar als volwassene – en met vallen en opstaan – ben ik dat heel anders gaan bekijken. Al voelt het nog steeds alsof ik vaak tegen de stroom in moet gaan. Want de wereld is niet altijd zo’n empathische plek. Het maakt me wat voorzichtiger in omgang met mensen die ik nog niet goed ken.
Ze lopen nog altijd rond natuurlijk, de types die anderen als ‘speculaas’ behandelen. Ik heb daar ook een radar voor. Als het even kan, mijd ik hen. En als het nodig is weet ik nu wel van me af te bijten (al brengt me dat ook steevast van mijn melk, want het voelt dan alsof ik even iemand anders moet zijn dan ik echt ben). Gevoelig zijn betekent niet dat je over je heen moet laten lopen. Soms zie ik dat kleine meisje nog voor mij, stilletjes in de klas. En dan wil ik haar dat zeggen. Dan zet ze het grote dominante meisje op haar plaats en gaat gewoon aan een ander tafeltje spelen. En van mij mag ze daarbij ook haar tong eens uitsteken, achter de rug van de tuttebel juf.
Mooie blog, Petra. Als roodharige met sproeten ka
LikeLike
Als roodharige met sproeten, kan ik ook getuigen van welk effect pesten ka
LikeLike
kan hebben.
LikeLike