“Meisjes moeten naaien.”

Ik haatte hem. Zo hartsgrondig dat ik hoopte dat hij onder een bus liep of een hartaanval kreeg. En ik schrok soms van mijn eigen lelijke gedachten. Fysica gaf hij. Eén lesuur op woensdag. De week was voor mij opgedeeld in dagen voor woensdag (toenemende stress), woensdagvoormiddag (verschrikkelijk, blok in de maag, mottig) en dagen vanaf woensdagnamiddag (even opluchting). Hij had een reputatie als kwelduivel. In elke klas had hij een paar uitverkorenen. Vooral meisjes. Het begon al in de eerste les. Hij stond daar in zijn witte labojas – waarom dat nodig was, ontging mij – en zei: “Fysica, dat is eigenlijk iets voor jongens. Meisjes, die moeten naaien.” Dat naaien bedoelde hij exact zo dubbelzinnig als het klinkt. Ik wist niet wat ik hoorde. Het gros van de leerlingen reageerde op zijn ‘grapjes’ met een zenuwachtig gegniffel, hopend dat hij hen niet zou viseren. Ik lachte niet. Gniffelde niet. Was het dat? Of zat ik op de verkeerde plaats? Of stond mijn gezicht hem niet aan? Alleszins, ik was bij de uitverkorenen die het hele schooljaar zijn grillen zouden moeten ondergaan.

Wouters heette hij. Menéér Wouters. Hij moet ook een voornaam gehad hebben, ooit. Sommige lessen passeerden zonder veel erg, andere keren verliet ik na die 50 minuten het fysicalokaal met de daver op mijn lijf. Ik kon het niet aanzien hoe hij een ander meisje uit onze klas kwelde met zijn insinuaties en dubbelzinnige praat. Zij werd het hardst geviseerd. Op zondag ging hij naar de kerk, dat wisten we, want het meisje en haar ouders gingen naar dezelfde kerk. Zo’n type was het dus, ’s zondags schijnheilig bidden en dan weer kwelduivel spelen in de katholieke school. Het zei me toen al allemaal niets, dat katholieke gedoe. Hypocrieten.

Ik ben een paar keer niet naar school gegaan op woensdag. Er waren ochtenden waarop ik gewoon de moed niet had om naar die les te gaan.

Vier keer per jaar konden we afwezig zijn, met een briefje van de ouders. Dan broste ik dus, met medeweten van thuis. Omdat zij ook machteloos stonden en wisten dat ik dit niet zomaar deed. En de school contacteren mochten ze niet van mij, uit grote angst dat het alleen erger zou worden. Ik denk niet dat iemand van mijn klasgenoten besefte hoe ik daar onder leed. Na weer zo’n les heb ik eens boos gezegd dat ze schone vrienden waren door gewoon mee te lachen, blij dat zij buiten schot bleven. Maar uiterlijk probeerde ik er zoveel mogelijk onbewogen bij te blijven. Ik zou niet de bleiter van dienst zijn.

Als één van de uitverkorenen kreeg ik ook experimenten voorgeschoteld die ik dan voor de hele klas moest uitvoeren. Hij hoopte dan natuurlijk op een grandioze mislukking. Zo kreeg ik de opdracht om een tafeldoek weg te trekken van een gedekte tafel zonder ook maar iets kapot te maken. Snelheid was de truc om de ‘wet der traagheid’ te demonstreren. Ik zou hem niet laten winnen en oefende thuis, opnieuw en opnieuw, buiten met het zachte gras als ondergrond. Ik weet niet meer of er servies gesneuveld is, allicht wel. Ik ging door tot mijn moeder mij kwam binnenroepen omdat het nu toch wel genoeg geweest was en het te donker begon te worden. Het voelde als een kleine overwinning in de klas toen ik het experiment zonder brokken realiseerde. Dat moet een teleurstelling geweest zijn voor hem. Een kans minder om te vernederen. Maar dat haalde hij wel in. Dan liet hij mij nogal suggestief een ballon – een rubberke gelijk een ander – over een flessenhals trekken, iets over luchtdruk. Ja ja, gniffel gniffel.

We waren met zovelen, verspreid over al die klassen en al die jaren, en niemand durfde blijkbaar te spreken. Ook ik niet.

Het was niet het soort school waar je als leerling naar de directie stapte voor steun. Walk the line was het. En hij ging dus door. Een pestende leerkracht, die met zijn woorden grenzen overschreed. Iedereen stond erbij en keek ernaar. Naar de kwelduivel in de witte labojas. Hobby: tv’s herstellen. Die stonden achteraan in het leslokaal. Een kerkhof van lelijke bakken waartussen hij zich een echte man kon voelen, prutsend aan bedradingen. Wachtend tot de volgende les waarin hij nog eens een meisje kon pakken.

Zielige vent eigenlijk.

8 gedachten over ““Meisjes moeten naaien.”

Voeg uw reactie toe

  1. Als je daar vanuit onze tijd naar kijkt, verbaast het toch dat het gewoon kon, dat men het toeliet, dat zo iemand gewoon zijn gang kon gaan. Het leert ons veel over hoe een samenleving op een bepaald ogenblik denkt. Zouden wij vandaag ook dingen toelaten/dulden, waarover men zich binnen 25 jaar zal verbijsteren?

    Like

  2. Wat een rotzak zeg. Prachtig dat je hem door die truc met het tafellaken toch eens voor schut kon zetten. Verder kan ik je sentiment in de eerste zinnen volledig begrijpen. Inderdaad een zielig ventje.

    Like

  3. Oh my god, ‘hij stond daar in zijn witte labojas’ en ik wist al over wie het ging. De Wouters. Talloze klassen, talloze meisjes moet die mens gepest hebben. Wij hadden hem een jaar nadat hij uit pensioen was teruggeroepen, needles to say he was not amused. Hij gaf ook geen les eigenlijk, hij schreef enkel bewijzen op bord die we dan moesten overschrijven en uit het hoofd leren. Op een dag had ik met vriendinnen afgesproken dat we zouden protesteren als hij een test zou doen over een bewijs dat hij twee minuten voor het einde van de les op het bord had gekrabbeld. Ik was natuurlijk de enige die zijn mond open deed en de test weigerde mee te doen en ben uiteindelijk kwaad de les uitgelopen. Een andere dag moesten we om één of andere reden een test komen doen onder de middag, terwijl hij een meisje stond uit te kafferen dat het klaslokaal moest kuisen omdat ze een vulling op de grond had laten vallen of iets dergelijks. Razend was ik, hij seksistische opmerkingen makend terwijl zij de vloer stond te kuisen, al wenend. Ik ben wel naar de directeur gegaan, ’t is te zeggen, eerst naar de klastitularis. Die had al dreigbrieven van hem gekregen en verwees mij door naar een zekere leerkracht esthetica. Die troonde mij mee naar de toenmalige directeur, enigszins tot mijn verbazing en afschuw. De rest van het jaar was meneer Wouters poeslief tegen mij. Op de 100 dagen zongen we ‘Alle meisjes aan de macht.’. Stiekem hoop ik dat hij een jaar na zijn pensioen dood is neergevallen. Zo. Sorry dat ik uw post even kaap voor mijn eigen rant…

    Like

    1. Zeg vooral geen sorry hoor! Het doet deugd om dat allemaal eens te kunnen ventileren. Dat ze hem zelfs uit pensioen hebben terug gehaald! Zo erg… Als hij dood is, zit hij nu in de hel 😉

      Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: