Voor het eerst in 3,5 maand loop ik door het centrum van ‘mijn’ stad. Mechelen herleeft. Hipsters met trendy tote bags nemen weer bestudeerde spontane selfies op het wandelpad over de Dijle. Ik loop er in mijn eentje verloren bij. Want het voelt zo anders. Ik moet mijn draai vinden langs de pijlen, de 1,5 meter signalisatie en de grootste mensenstroom die ik na maanden van relatieve isolatie trotseer. En dan: de aanblik van de gesloten rolluiken van mijn vertrouwde brasserietje. Krop in de keel. Een van mijn favoriete adresjes is niet meer, meedogenloos van de kaart geveegd door corona. Het terrasje met zicht op de voorbij flanerende mensen, de heerlijke suggestiegerechtjes met de smaak van de seizoenen, familie-etentjes, de gekende gezichten van de obers en de eigenaars: dat komt nooit meer terug. Niet zoals hier. Ik heb er een laatste keer gegeten en ik wist het niet.
En zo zit het leven vol laatste keren waarvan we niet weten dat het de laatste keer is. Wat voelde als een komma, blijkt uiteindelijk een punt.* Het is maar goed dat we het niet altijd beseffen.
Soms is het net zoals het moet zijn, in alle gewonigheid. Zoals toen ik hem passeerde en wij allebei hallo zeiden, elkaar een vluchtige blik toewierpen en verder liepen. Walk on by. Er was nog veel meer dat gezegd had kunnen worden tussen ons. Maar het moest zo zijn. Een vaarwel uitgesproken als hallo. Ik wist dat ik hem nooit meer zou zien en dat dat het beste was. Je kunt te vaak komma’s zetten waar het een punt hoort te zijn.
Laatste keren dragen een melancholie in zich. Zo anders dan eerste keren, die een belofte zijn van wat nog komen kan. Het beginnen van de dingen, dat was vaak toch het mooist, schrijft Griet Op de Beeck in Gij nu. Toch zijn er ook laatste keren die je met slingers kunt behangen. Omdat het een doorstart is naar iets nieuws. Het kan de mijlpaal zijn die je nodig hebt om slechte dingen los te laten of om goeie dingen te koesteren en weer vooruit te kijken.
Laatste keren hoeven niet altijd rond verlies te draaien. Als het goed was, dan heb je iets gekregen dat je altijd bij zal blijven.
Daarom zwaaide ons team Gina vorige vrijdag uit met lekker eten, prosecco, cadeautjes en zelfs een lied zoals alleen wij het kunnen brengen. Na drie fantastische jaren zal ik niet langer rug aan rug met haar zitten in ons bureau, een kwartslagje van elkaar weggedraaid om snel iets af te toetsen of een halve draai voor de babbels waarin wij elkaar als collega en als mens vonden. Ik verlies een collega, maar ik heb er een vriendin bij gekregen. We zetten een punt en gaan met een hoofdletter verder.
Onvermijdelijk zijn er ook de laatste keren die pijn doen aan het hart, op welke manier je het ook bekijkt.
Drie zondagen geleden wist ik dat ik de laatste keer bij mijn oma in haar huisje langsging, voor ze weer naar het ziekenhuis moest. Deze keer kan ze niet terugkeren naar haar vertrouwde thuis. Het lukt niet meer, ze gaat te sterk achteruit. Het hoofd wil nog, maar het bijna 92-jarige lichaam niet meer. Dus kwam ik een laatste keer binnen langs het schuifraam, zette me een laatste keer op de stoel aan haar eettafel, op afstand van haar vertrouwde zetel. De kat Marianneke nog spinnend rond mijn benen, voor ze naar een nieuw baasje ging dat haar nu met zachte stem moet toespreken. En zo nam ik alles in mij op, de aanblik van mijn oma en alles rondom haar. Toen ik haar einde februari zag, vlak voor de start van de coronacrisis, wist ik niet dat ik haar maanden niet zou zien en daarna geen kus meer zou mogen geven en dat zij mijn handen niet meer zou mogen vastpakken wanneer ik vertrok. Dat waren we al kwijt toen ik die zondag langsging. Het viel mij zwaar, maar ik verpakte het in gewonigheid, omdat ik haar niet overstuur wou maken. En nu zijn we overgeleverd aan de dagen en weken, want het gaat niet goed.
Hoe gelukkig zijn we als we zomaar kunnen zeggen, ergens tussen de eerste en de laatste keer:
Tot straks.
Tot morgen.
’t Was plezant. We spreken snel weer af!
Goed thuis, hé.
‘k Zie u graag.
Slaapwel.
…
We zwaaien uit zonder te weten. Omdat je soms niet weten kunt.
(*Uitgezwaaid, Merel Morre)
mit.cabus@skynet.be
LikeLike
Prachtig!
LikeLike
Dankjewel 🌸
LikeLike