De Maan

“Zo moet het voelen om in de AA te zitten,” heb ik meermaals gedacht tijdens de afgelopen vier maanden. We komen wekelijks samen en zitten in een grote kring bij elkaar. Drie mannen, veertien vrouwen. Twintigers, dertigers, veertigers. Van leerkracht tot surfer, yogi, jurist, helikopterpiloot en verkoper van ramen en deuren. En ook ik dus. Elke bijeenkomst begint met een rondje waarin ieder zijn zegje moet doen.

“En, hoe heb je de afgelopen week beleefd?” vraagt de vrouw aan het hoofd van de cirkel. Woensdag is onze vaste avond, en elke week is er wel iemand die crasht, ineenschrompelt tot een hoopje blèrende ellende. Tranen stromen, zakdoekjes worden discreet aangereikt.

“Het is ok, jij mag er zijn,” zegt de vrouw vooraan dan en ze kijkt de ineen-gestortene indringend aan. Vaak duurt de ronde een uur voor we verder gaan met waar we eigenlijk voor gekomen waren.

Nee, ik heb geen drankprobleem en zit niet bij de Anonieme Alcoholisten. Ik ben – geheel uit vrije wil, dat wel – beland in een basisopleiding Life Coach. En dat had ik me net iets anders voorgesteld. Met een leerkracht, en theorie en praktijk. Maar de mevrouw hier voor ons zegt dat ze geen les geeft. En het handboek dat de school ons gaf mogen we thuis laten.

De eerste bijeenkomst leert ze ons hoe we de deur moeten openen voor een nieuwe cliënt (yep, je leest het goed!). “Vooral geen hand geven,” benadrukt ze. In duo’s spelen we het rollenspel van coach en coachee. Ik open de deur van het klaslokaal en verwelkom mijn ‘cliënt’ wat onwennig. “En, hoe vond je het?” vraagt onze leerkracht die geen leerkracht is. “Het voelt niet goed aan,” zeg ik. “Ik voelde me niet als mezelf.” (eerder als een robot, ik vond het keiraar). “Nou, doe het dan nog maar eens,” zegt ze cassant. Lap!

Dit is misschien het moment om te zeggen dat de mevrouw een rasechte Hollandse is. Ze windt er geen doekjes om, een schril contrast met de voorzichtige diplomatische Vlamingen. “Je hoeft het niet eens te zijn met wat ik zeg, het is jouw feestje!” buldert ze. En zo gaat het 12 ‘lessen’ lang verder. Wekelijks vraag ik me af of de cursus op deze manier wel iets voor mij is, tot ik het ‘point of no return’ voorbij ben en beslis om de rit helemaal uit te zitten en dat verdomde certificaat te behalen.

Sommige bijeenkomsten zijn meer langgerekte groepstherapiesessies. “Waarom zit ik hier eigenlijk? Ik heb zelf een coach nodig!” barst één van de medecursisten uit. Ik hoor verhalen over burn-out, scheidingen, depressie, ziekte. Niet dat mijn leven enkel rozengeur en maneschijn is, maar ik voel me behoorlijk … stabiel en gelukkig, wat natuurlijk ook al een inzicht van formaat is. En geloof me, dat was enkele jaren geleden nog anders. Ik heb mezelf geanalyseerd van hier tot ginder, met en zonder hulp van anderen, omdat het toen heel erg nodig was.

Maar hier tijdens deze ‘rondes’ laat ik weinig los, hoogstens een paar observaties. Er zitten fijne, interessante mensen in de groep, daar niet van. Maar ik gooi mijn hart niet te grabbel in zo’n cirkel. Anderen hebben daar duidelijk geen enkel probleem mee en vertellen zonder enige remming voor de hele groep over hun diepste persoonlijke problemen. De cirkel is een veilige zone. Er heerst vertrouwen, en dat is veel waard besef ik. Er wordt gehuild en gelukkig ook gelachen. Maar ik bepaal zelf mijn grenzen en die liggen in een groep met mensen die ik oppervlakkig ken veel strikter. Dat is altijd zo geweest. Ik geef me niet makkelijk bloot en al zeker niet onder groepsdruk.

Onze laatste bijeenkomst is een beetje een feestje met hapjes en drankjes en met een laatste examenopdracht. Elk van ons heeft een metafoor geschreven voor een medestudent; een verhaal, een sprookje, waarin de medecursist zichzelf zou moeten herkennen en nog een stukje inzicht en advies meekrijgt. Maar niemand weet op voorhand wie voor wie geschreven heeft, dat maakt het lekker spannend.

Ik heb wat medelijden met de persoon die voor mij een metafoor moet schrijven. Enkel in de één-op-één oefengesprekken heb ik stukjes van mezelf laten zien, en we hebben lang niet met iedereen apart gesproken. Ik heb dus best wat spanning. Misschien is het blad van ‘mijn’ schrijver leeg gebleven of word ik vergeleken met ‘een gesloten boek’ of een ‘sfinx’. Daar komt mijn buitenbeentje-syndroom weer loeren. Een hardnekkig gevoel van er niet helemaal bijhoren dat ik als heel klein kind al had. `

Maar wat volgt, maakt me sprakeloos. Sandra leest een tekst over “De Maan”. En ik denk: “waw, dat is mooi”. Verschillende mensen staan recht omdat ze zich aangesproken voelen. Ik blijf zitten. Sandra kijkt me aan en zegt: “Maar Petra, dit is voor jou.” Verschillende anderen knikken. “Ja, dat ben jij!”. Ik val even zonder woorden. “Weet je waarom ik niet recht stond? Ik vond het te mooi, ..” zeg ik een tikkeltje aangedaan (en nee, op die laatste bijeenkomst wil ik echt niet gaan wenen!). Ze omhelst me en overhandigt me de tekst. Over de maan, over eenvoud die allesbehalve eenvoudig is, over de kracht van woorden, over een planeet met een eigenheid, soms onopvallend en soms heel aanwezig. “Je bent er, gewoon, centraal in je centrum. Je bent uniek. Laat het zien, laat het horen. Steeds afwachtend tot je weer in volle glorie lacht en schijnt,” ik herlees de woorden en voel ze diep doordringen, me verwarmen. Ik die dacht dat ik zo weinig had prijs gegeven en mezelf daar weer een beetje voor veroordeelde.

En zo leer ik mijn belangrijkste les helemaal aan het einde van deze ‘coaching reis’ die ik onderweg bijna opgaf: het is hoog tijd dat ik mezelf niet meer zie als het kleine, stillere meisje dat op de achtergrond hoort. Ik vaar mijn koers en ben een planeet met een eigenheid. Ik ben de Maan, oh yeah!

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: