Ik kwam hem regelmatig tegen ‘s ochtends wanneer ik koffie ging halen in de ‘koffiekamer’ die toen nog naast de radiostudio lag waar hij om 9 uur begon te presenteren, mijn favoriete radioman. Jaren later, het lijkt wel in een ander leven, rij ik op een zondagavond naar huis en een andere stem – bijlange niet zo’n schone – op de radio zegt dat hij, mijn favoriete radioman, overleden is. Ik zit een moment wezenloos aan het stuur en leg een hand op mijn hart, zoals ik doe wanneer iets me heel erg aangrijpt. De resterende tijd van de lange solitaire autorit luister ik naar de muziek op zijn zender, zijn favoriete muziek, en ik probeer te vatten dat hij er nu niet meer is en hoe verschrikkelijk dat is voor zijn gezin, zijn familie, zijn vrienden. En hoewel ik echt niet kan zeggen dat ik Christophe persoonlijk kende, overspoelt mij een tristesse. Hij was een vertrouwde stem, een baken van warmte en kalmte temidden van veel te veel gebral en gelal op de radiofrequenties. En nu zal hij nooit nog te horen zijn. Het is gedaan, zomaar ineens.
Elke dag sterven moeders, vaders, zonen, dochters, broers, zussen, vrienden, … Elke dag horen we slecht nieuws. We creëren er een pantser tegen, als een manier om met zoveel wereldse miserie om te gaan. Maar de dood spaart niemand. En misschien is het dat besef dat extra hard binnen komt wanneer een bekend iemand sterft, of het nu een wereldster is of een geliefde radiostem in klein Vlaanderen.
Als we voortdurend zouden denken aan alle verschrikkelijke dingen die kunnen gebeuren, worden we zot van angst. Zolang er niets existentieels aan de hand is, lopen we liever weg van onze eigen sterfelijkheid en van de sterfelijkheid van de mensen die we graag zien.
Maar er zijn van die waarheidsmomenten waarop een mens tot stilstand komt en het ons toch in het gezicht slaat: het besef dat we geen zekerheid hebben, dat het leven fragiel is.
Er verschijnen grote barsten in mijn beschermend pantser terwijl ik luister naar de muziek en de reacties op de dood van Christophe. Want daaruit spreekt wat voor een mooie mens hij was. Ik geloof niet in een hemel van waaruit hij nu naar beneden kijkt, dus ik hoop dat hij bij leven wist hoe ongelooflijk graag hij gezien was door zoveel mensen.
Een dag na het nieuws over Christophe passeer ik ’s avonds bij mijn ouders. De tv staat aan en brengt ook nog eens het trieste nieuws over de 23-jarige Julie die dood gevonden is, thuis vertrokken met de fiets om nooit meer terug te keren. “Gij bent voor mij een zonneke, ik word blij als gij binnenkomt,” zegt mijn mama, woorden die als een antigif werken bij zoveel miserie die passeert. En wanneer ik weer vertrek geef ik haar en mijn papa een omhelzing en een kus. Ik vertrek nooit zonder dat ik dat gedaan heb, want ik weet niet wat morgen brengt.
Ik loop echt niet rond met de alles overheersende gedachte dat het elk moment gedaan kan zijn, maar in de omgang met mensen die ik graag zie ben ik zelden achteloos. Niet dat ik mensen voortdurend om de nek vlieg, maar soms overvalt dat gevoel me echt, zo van ‘kom hier, dat ik u vastpak, want weet ge wel hoe graag ik u heb?’. Er zijn veel manieren om te zeggen en tonen dat je iemand graag ziet, dat iemand je leven beter maakt gewoon door er te zijn. Dat zit vaak in kleine dingen, zoals in een onverwacht lief berichtje, zomaar. Een welgemeende ‘Hoe gaat het?’. Een link naar een liedje waarvan je de schoonheid wilt delen. Of gewoon samen om iets heel onnozel lachen en stilstaan bij het bijzondere daarvan.
Temidden van alle chaos en fragiliteit is dat misschien het beste wat we kunnen doen: ons vasthouden aan elkaar. Want ooit zullen we moeten loslaten.
*Foto: Getty Images
Weer een bloedmooie & ontroerende tekst!
LikeGeliked door 1 persoon
Mooi Petra … 😘
LikeGeliked door 1 persoon
prachtige woorden en OOOooo zo pijnlijk …. laat ons vanaf NU houden van mensen, van muziek terwijl ze nog leven en niet als ze d..d zijn ; Please ??
LikeGeliked door 1 persoon