Trance

Op het moment dat de lange, ranke man in de roze trui de spirituele beats door de boxen laat galmen met een steeds herhalend ‘hare krishna, hare krishna’ weet ik dat ik hier niet op mijn plaats ben in de voormalige nonnenkapel. Het is maar de vraag of ik überhaupt op mijn plaats kan zijn in een kapel. Om het compleet te maken: de man in pastelkleuren blijkt Alberto Paganini te heten, een Italiaanse filosoof-yogameester. Zo’n naam opent verschillende carrièreperspectieven. Hij had ook operazanger kunnen worden als je’t mij vraagt. Het gezang gaat gepaard met allerlei bewegingen waarin hij de aanwezigen als een soort hogepriester voor gaat, omringd door klankschalen in verschillende maten en vormen. Ik kan ze er zo uitpikken, de mensen die helemaal op zullen gaan in dit gebeuren. De vrouw in het wit, de vrouw met de gekleurde hoofddoek, de vrouw met die vreemde glimlach rond haar mond alsof ze de zaligheid gevonden heeft of gewoon helemaal in lijn is met haar chakra’s. Ze lijken allemaal in trance te gaan, zakken diep door de benen, maken grote bewegingen met hun armen en wiegen hun hoofd heen en weer. Ik heb altijd al vermoed dat ik weinig vatbaar ben voor goeroes en kijk met verwondering toe hoe anderen zich compleet laten gaan, aangevuurd door deze Alberto Paganini. Fijn voor hen, maar ik voél het niet.

Hoe was ik op een vroege zaterdagavond in een kapel beland in dit curieuze gezelschap? Onder het motto ‘kom eens uit uw kot’, had ik me met vriendin L ingeschreven voor een yogadag, bij haar om de hoek. Ik had er al een marathon opzitten van drie uur (!) yoga in de tuin van het voormalige nonnenklooster. Zonder Alberto. Mijn spieren tintelden van de inspanning. Het klankschalenconcert beloofde vooral een ontspannende afsluiter te zijn na eindeloze reeksen van de plank, de cobra, de neerwaartse hond, de krijger en nog veel meer houdingen die mijn spieren, mijn ruggenwervel, mijn zenuwknopen en ademhaling voor vandaag meer dan voldoende gesterkt hadden. Tijdens de pauze waren we als ongehoorzame nonnekes even ontsnapt uit het klooster om een hapje te eten en een cocktail te drinken op het nabijgelegen food truck festival, maar het helpt me niet om mee in de flow te komen van de roze yogaman. Ik zwier en zwaai wat mee en trek ogen naar L die naast mij op haar yogamatje staat en nu exact hetzelfde denkt. “Als je nog van plan was om op yogaweekend te gaan in d’Ardennen, ik ga niet mee!” fluister ik.

Alberto schakelt ondertussen een versnelling hoger met nog uitbundigere bewegingen. Dat is, zo legt hij uit hoog vanop de preekstoel (no kidding!), om helemaal los te komen zodat we meer zullen openstaan voor de ontspanning die de trillingen van de klankschalen ons zullen brengen. En ik denk: “Als dat hier zo doorgaat, rol ik mijn matje op en sluip ik die kapel hier uit, als een nonneke in de nacht, en ik ga nog een cocktail drinken op het festival, op straffe van verbanning en eeuwige verdoemenis!”

De man voor mij geeft het op. Hij is overduidelijk mee gekomen op aandringen van zijn lief. En nu zit hij in protest onbeweeglijk op zijn matje terwijl hij wordt omringd door vrouwen die vreemd door hun benen zakken, met hun kont naar achter, wild zwaaiend met hun armen.

Je kunt er iets voor over hebben om je geliefde te plezieren, maar er zijn grenzen en de man op het matje vertrekt na een korte woordenwisseling, zonder het lief. Deze relatietest is op een sisser uitgedraaid. Ik begrijp hem, maar L en ik besluiten om nog even mee te doen voor de show. We zijn hier nu toch en kunnen er maar beter wat lol aan beleven. “Wedden dat hij gaat afsluiten met knuffels?” fluistert L springend op haar matje. En ja hoor, na de inspanning wordt iedereen gevraagd om zijn buur eens stevig vast te pakken. L en ik houden het bij een schouderklopje en een scheve glimlach. Wij geven geen knuffels op commando.

Wij zijn vooral al een hele tijd klaar om lui op onze matjes te gaan liggen en de ontspanning van de klankschalen over ons te laten komen. En zo vleien we ons allemaal zo comfortabel mogelijk neer op de koude vloer van de kapel waar in vroegere tijden nonnenvoeten over schuifelden. Ergens onder ons ligt een grafsteen en vermoedelijk dus een moeder overste. “Kijk eens achter u, daar ligt de man van uw dromen!” zegt L geamuseerd. Ik zie een man met rastahaar dat in geen 10 jaar zeep heeft gezien. “Helemaal mijn type,” zeg ik. “Maar zijn voeten zijn vuil.” Dan is het tijd om de ogen te sluiten.

Zware, dreigende klanken galmen. Het lijkt wel de soundtrack van Interstellar. Maar gaandeweg wordt het lichter. Al lukt het me niet om volledig in focus te blijven. De akoestiek van de kapel verhult niets. Ik hoor gefluister, slappe lach en ook een prot of twee ergens in de zaal.

Ontspanning doet wat met een mens. Zelf heb ik voorlopig alles onder controle. De trillingen worden steeds lichter, tot ze me doen denken aan het getsjingel van de crèmekar, maar dan wat verfijnder. De laatste trillingen sterven uit. De sessie zit er op en Alberto Paganini laat weten dat we een cdtje bij hem kunnen kopen. Wij laten dat aanbod passeren en rollen onze matjes weer op. Yoga kent zoveel stromingen, en deze aanpak past gewoon niet bij mij. Of omgekeerd. Whatever.

Onder de fruitbomen in de mooie kloostertuin, zo verborgen in het midden van de stad, sluiten we de dag nog af met een gezond hapje en drankje. Hier zijn geen cocktails. De yoga heeft ons vermoeide lijf en geest zuurstof gegeven. Al blijf ik nog even nadenken over de weerstand die ik voelde bij de ‘Paganini dans’. Het verschil tussen mij en die andere vrouwen is dat ze zich compleet lieten gàààààn. Mijn kop laat zich niet makkelijk uitschakelen. En die van L ook niet, maar dat weten we van elkaar. Teveel gedachten. Geen sekteleider is daar tegen opgewassen.

Ik probeer mezelf in te beelden als een volleerde yogi, zo op gezegende leeftijd in een witte outfit, met lang zilvergrijs haar, lenig als een kat.  Ik ben niet gekrompen, maar gegroeid van al dat stretchen, met een kaarsrechte rug en stevige spieren. Alberto Paganini is dan al 120 jaar en gaat niet dood omdat hij zo zen is.

We zullen onze mantra’s chanten, een been in onze nek leggen en op die klankschalen kloppen dat het een lieve lust is.

 

Levenskunst is er nu ook als boek! 114 pagina’s vol troost, relativering, ontroering, weemoed, blijheid, (wan)hoop, verwondering, verlangen. Meer info of bestellen.

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: