Mijn auto is geel en gevuld met kinderen. Een drieling en nog een nakomertje. De weg van het leven zit vol verrassingen. Ik had advocaat kunnen worden, maar koos voor modeontwerpster, omdat me dat toffer leek. Het riante loon laat ik schieten. Loes keurt mijn keuze goed. “Ja, advocaat is zo saaaaaai!”. We draaien aan het rad van Levensweg, het spel dat ik nog in vintage stijl ergens heb staan en wel honderden keren gespeeld heb als kind. Ik had zelfs een eigen versie van Levensweg uitgetekend toen het originele spelbord met de al te bekende opties me begon te vervelen. Het geld werd nog in papier gedeald en niet met een digitaal machientje en bankkaart zoals nu. En onderweg moesten er minder keuzes gemaakt worden, niet zoals in Levensweg anno 2019. Deze editie verplicht de spelers om een paar routes te kiezen die er in mijn nineties versie nog niet waren.
Gemarkeerd met een dwingende STOP, worden we voor de keuze gesteld: de carrièreroute of de gezinsroute? Ik ga voor het gezin, Loes kiest in haar roze auto voor avondschool, want met een extra diploma kan ze filmster worden. Ze weet dat er nog een andere weg komt die bezaaid ligt met babies, want die wil ze ook. Getrouwd zijn we ook allebei. Dat moest, het was een verplichte STOP, ergens niet zo ver van een tekening met een romantisch picnic dekentje waar de vonk dan blijkbaar moest overslaan tussen het roze en het blauwe figuurtje (aan de opties blauw blauw en roos roos zijn ze hier blijkbaar nog steeds niet toe). En dus volgen we de Levensweg, draaiend aan het rad, elk met een blauw mannetje naast ons en nog een hoop kinderen op de achterbank. Ik ben blijkbaar ook de trotse eigenaar van een geit, een prijsbeestje dat de eerste plaats haalt bij een geitenwedstrijd. Kassa kassa. Het bankmachientje bliept.
Zo in de tweede helft van het pad vindt Loes het tijd om een huis te kopen. Alleen heeft ze daar niet genoeg centen voor. We kunnen natuurlijk gewoon ook elk een huis kiezen en afspreken dat geen van ons beiden ervoor moet betalen, stelt ze voor. Deze bijna 9-jarige is duidelijk niet aan haar proefstuk toe op Levensweg. Wij zijn niet bang om de spelregels gaandeweg bij te sturen – zolang we maar overeen komen – en ik knipoog terwijl ik het penthouse kaartje uit de stapel HUIZEN trek. Een penthouse moet je nooit afwijzen als het je zo wordt aangeboden. En met vier kinderen heb ik veel plaats nodig. Er komt een nieuwe STOP aan. De veilige weg of de gevaarlijke weg? Loes gaat voor veilig, ik kies gevaarlijk. Ik ben bereid om een en ander op het spel te zetten. Maar het rad draait 10 en zet me alweer ver voorbij de gevarenzone. Een actiekaart geeft Loes de opdracht om een muziekband op te richten met haar familie en daar verdient ze dan weer centen mee. Zij gaat zingen en dansen. En tante Petra? “Basgitaar,” zegt ze zonder aarzelen. “Cool,” knik ik. Ja, basgitaar, dat zie ik wel zitten. Een beetje op de achtergrond, maar tegelijk de hartslag van de muziek. Zonder bas voel je niets.
Stiekem heb ik dat altijd willen zijn, een coole griet die basgitaar speelt – met misschien wat backing vocals erbij (ooh oohh, laaa laaa). En vandaag ben ik dat eventjes. Een modeontwerpster en coole basgitaar spelende chick met vier kinderen, een gele auto, een prijswinnende geit, en een mega penthouse waar ook ergens nog een – ongetwijfeld supertoffe – man rondloopt. Zo had ik mezelf nog nooit gezien.
Het leven gaat snel en ons pensioen komt er met rasse schreden aan. Loes arriveert als eerste. “Gewonnen!” roept ze. “Ah, is het om ‘t er eerst? Moeten we ook niet kijken hoeveel centen we nu elk verdiend hebben?” vraag ik terwijl mijn autootje op vijf passen van de eindmeet staat. Loes haalt haar schouders op. Ze heeft zeker meer dan een miljoen op haar rekening staan, money is not an issue. “Nee hoor, gaan we nu FC de Kampioenen kijken?”. Ik vind het best zo, de eindmeet hoeft nog niet direct. De Kampioenen doen hun ding en wij hangen zij aan zij in de zetel met een voorraad chocolade bij ons, want dat moet gewoon op zo’n girl’s night. “Ik vind chocolade lekker, maar lucht ook,” vertelt Loes. En ze hapt een portie (eerst een paar Malteser chocoladebollen, dan lucht) binnen. “Lucht? Hoe smaakt dat eigenlijk?” vraag ik. “Zacht. Een beetje nat. En naar appel, maar dan anders,” probeert ze uit te leggen. En het is er altijd, je moet niet eens naar de winkel gaan. Gewoon traag happen, slikken en je hebt je portie binnen. Ze demonstreert de techniek nog eens en ik doe mee. Daar kan geen enkele mindfulness coach iets aan toevoegen, bedenk ik. Onderwijl verklapt ze de plot van de aflevering die we aan het zien zijn. Zij kent elke Kampioenen aflevering, ik ontwijk al minstens 15 jaar elke herhaling. “Ja, dat was een leuke! Er is helemaal geen erfenis, er is alleen een aapje, hihi!” gniffelt ze, waarna ze me meedeelt dat ze later glijbaaninspecteur wilt worden. En trampolinespecialist. Eigenlijk inspecteur van heel de speeltuin.
Alle grote keuzes, routes en actiekaarten ten spijt, de Levensweg mag dik bezaaid liggen met dit soort kleine momenten. Want soms is dat het enige waar je echt op kunt vertrouwen. Op dat wat er nu is, ondanks de leemtes die er ook zijn.
Levenskunst is er nu ook als boek! 114 pagina’s vol troost, relativering, ontroering, weemoed, blijheid, (wan)hoop, verwondering, verlangen. Meer info of bestellen.