Het spijt me boom

Het spijt me boom. De woorden klinken in mijn hoofd. Ik spreek ze niet uit, maar richt ze naar het bladerdak boven mij. Late septemberzon baant zich een weg door het groen dat wiegt in de wind. De wind van verandering. De zomer waait zachtjes weg om plaats te maken voor de herfst. De laatste zomer van deze boom. Of eigenlijk zijn het twee bomen, maar hun stammen staan zo dicht bij elkaar dat ze één lijken. Een toren van groen die zich uitstrekt boven mijn tuin, natuurlijke airco en thuis voor de vogels die hier tussen de tuinen fladderen.

En toch is het hun laatste zomer. Dat heb ik beslist.

Het zit zo. Mijn buurman houdt niet van bomen. Zeker niet als ze hun bladeren laten vallen in de dakgoot van zijn veranda en over het terras. In eigen tuin heeft hij elke aanplanting gemeden en toch heeft hij een bladblazer moeten aanschaffen, zo vertelt hij wanneer ik met een bomenman langskom in de ijdele hoop om kap te vermijden. De schaduw en koelte die de bomen in de zomer bieden, zijn geen argument. Buurman heeft een parasol. Ik ben er bijna zeker van dat de bomen in nachtmerries van de buurman opduiken, woekerende wortels die zijn terras omhoogduwen en veranda destabiliseren.

Mijn hoofd blokkeert op de gedachte dat de bomen weg moeten.

Een huiseigenaar van lang geleden heeft ze als kleine twijgen geplant pal naast de perceelsgrens. Haagbeuk. Zonder enige snoei zijn ze tot hoog boven onze tuinen gegroeid, een oase van groen en leven. Het voelt verkeerd om dat weg te nemen. Een tweede bomenman komt langs voor advies. Hij wijst op een barst in de stam. Langzaam, heel langzaam, komt het besef dat de bomen hier niet meer op hun plek zijn. Mijn verstand wil het wel inzien, maar mijn hart knijpt lichtjes samen. Dit was hun laatste zomer. En wanneer de takken kaal zijn, zal de bomenman komen.

Buurman is blij. Ik niet. Met een totaal andere blik staan we in het leven en onze tuinen reflecteren dat. Mijn stukje grond met vlinderstruiken en zomerbloeiers die bijen en insecten aantrekken, gras dat niet al te gekortwiekt moet zijn.

Het plezier van gaandeweg te zien hoe alles groeit en hoe het gonst van klein groots leven daartussen.

Ik ben niet belangrijker dan de bij die nectar en stuifmeel verzamelt. Maar zulke gedachten kan ik niet delen met de buurman. Hij blaast met de bladblazer. Nog één herfst toch.

In de laatste warme zomerzon, al lezend onder hun bladerdak, neem ik stilletjes aan afscheid van ‘mijn’ bomen.

5 gedachten over “Het spijt me boom

Voeg uw reactie toe

  1. ik voel echt met u mee, wij hebben geluk met de buren zowel links als rechts, zij houden van groen. En in het midden van onze tuin staat een eik nu al 40 jaar te groeien en laat nu in overvloed zijn eikels vallen/vliegen zeker tot bij de buren… hopelijk blijven ze ‘hem’ bewonderen!

    Like

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑