Stille held

Ik ken mijn overgrootvader Edouard, Warre, vooral van de foto op zijn oudstrijdersgraf op het kerkhof in het dorp. Als kind al fascineerde dat beeld mij. Die serieuze maar toch zachte blik van hem, poserend in soldatenuniform in een fotostudio. Hij was niet uitgeloot om naar het front te gaan, maar hij deed het toch. Hij was 18 in 1914 en ging het vaderland verdedigen tegen den Duitsch. Wat verwachtte hij van de oorlog? Ging hij omdat zijn vrienden gingen? Omdat het avontuur lonkte? Dacht hij dat het snel voorbij zou zijn? Hij was nog zo jong, een broekventje. Maar de vier jaren die volgden zou hij dingen zien en meemaken die hij een heel leven lang met zich meegedragen moet hebben.

“Vertelde onze va over den oorlog?” vraag ik aan mijn 90-jarige oma. We kijken naar oude foto’s en ik besef hoe weinig ik weet en dat zij de laatste is die er mij nog iets over kan vertellen. Ze schudt haar hoofd. “Och, de sukkelaar kreeg de kans niet om er veel over te vertellen. Niemand luisterde.” En dus blijven de enige verhalen beperkt tot korte flarden over hoe va over het slagveld aan de Ijzer zei: “Ik stond tot aan mijn knieën in het bloed.” Hij zag zijn vrienden sterven, raakte zelf bedwelmd door mosterdgas en kreeg een kogel in zijn arm. Zijn soldatenuniform was vergeven van de vlooien.

Omdat ik het hem zelf niet meer kan vragen, probeer ik een spoor terug te vinden. In het Guldenboek der Vuurkruisers staat zijn naam. Enkel oudstrijders met een vuurkruis, een medaille, kwamen in het Guldenboek. Ter controle werden huisbezoeken afgelegd om na te gaan of de ingestuurde informatie wel klopte. Ik zie zijn naam onopvallend tussen een andere reeks namen. Het boek leert me dat hij 3 frontstrepen had en 1 kwetsuurstreep (dat moet die kogel geweest zijn). Het doet me iets om hier de naam van mijn overgrootvader te zien. Hij vocht in de 7e linie in “den razende strijd aan den Ijzer.” Er wordt melding gemaakt van “heldhaftige gevechten” van deze infanterie. En ik denk: “Va, in welke hel heb jij gezeten? Hoe hield je dat 4 jaar vol?”

Hij had kunnen sterven, daar in de modder van de loopgraven. Maar hij overleefde, trouwde en kreeg kinderen. De rest van zijn leven ploeterde hij rond een klein boerenerf. Toen de tweede wereldoorlog kwam en de bommenwerpers ‘s nachts overvlogen, weigerde Warre naar de provisoire schuilkelder – den abri – bij de buren te gaan, zoals zijn gezin deed. “Onze va bleef gewoon in zijn bed liggen, hij ging niet schuilen,” vertelt mijn oma.

Misschien had hij het ergste al meegemaakt, de dood al te vaak in de ogen gekeken.

Mijn mama herinnert haar grootvader als een stille, zachtaardige man. Hij stierf thuis in zijn bed, 83 jaar oud, enkele maanden voor ik geboren werd. “Ik ging afscheid nemen, gaf hem een kus. En hij kuste mijn hand,” vertelt ze. Tranen wellen op in haar ogen. “Ik heb er zo lang niet aan gedacht.” Samen trekken we naar het Flanders Fields museum in Ieper. Als eerbetoon aan onze va.

Bedankt va, ik zou geluisterd hebben naar je verhalen, tot in elk klein detail. Al herhaalde je het 100 keer.

Want jij bent onze stille held.

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: