Het buitenbeentje-syndroom

Dat ik kalm, verlegen en zelfs gereserveerd kan overkomen. Maar dat er een innerlijke vlam en passie in mij zitten die echt kunnen schitteren. Dat ik een hoog risico loop om misbegrepen te worden. Maar op mijn best diepgaand communiceer met anderen en veel vreugde en inspiratie vind bij gelijkgestemde zielen. Dat ik me bij wat ik doe niet laat leiden door logica en praktisch nut, noch door beloning of straf, wel door zuiverheid van bedoelingen. En daardoor meer risico loop om gekwetst te worden. Dat ik me kan verliezen in diepe gedachten en zo wel eens teveel voorbij ga aan het dag-aan-dag aspect van het leven. Dat en nog veel meer lees ik in het resultaat van het persoonlijkheidsprofiel dat me toch net iets grondiger onderbouwd leek dan de gemiddelde test uit de boekskes. Het resultaat blijkt herkenbaar. Het is zelfs meer dan herkenbaar, op een aantal punten griezelig accuraat. En confronterend. 

Ik word niet graag in een hokje geklasseerd en let er op om dat bij anderen ook niet zomaar te doen. Maar het is wel verhelderend om voor dit soort spiegel te staan en te durven kijken wat het geeft. Mijn ‘persoonlijkheidstype’ komt bij een minderheid onder de bevolking voor, staat er te lezen. Hoe ze die verhoudingen kunnen weten, vraag ik mij af. Maar toch begrijp ik opnieuw waarom ik mij al zo vaak een buitenbeentje gevoeld heb, zelfs als klein kind al.

Vroeger op school, nu in het bedrijfsleven, … ik pas me aan maar vind er nooit helemaal mijn draai. Omdat de dominante spelregels, structuren en gedragingen zo ingaan tegen mijn meest natuurlijke manier van zijn. Dat heb ik heel lang als een zwakte en onvolkomenheid van mijn kant gezien.

Het buitenbeentje-syndroom is hardnekkig. Ik voelde me er vaak op één of andere manier niet bij horen. Werd een meester in het aanpassen van mezelf aan omgevingen en aan verwachtingen en noden van anderen. Weg innerlijke vlam en passie. Ik ben gelukkig al tot een paar inzichten gekomen, mits een paar blutsen en builen. En er zijn mensen met wie ik heel intens kan delen wat ik voel en denk. Gewoon jezelf kunnen zijn bij iemand en dezelfde echtheid en oprechtheid terugkrijgen, dat is goud waard. Dan voel ik me ook helemaal geen ‘buitenbeentje’.

Niemand heeft mij trouwens ooit zo genoemd, maar ik was er als kind al van overtuigd dat anderen zo dachten over mij. De druktemakers en pestkoppen waren de baas op de speelplaats, zetten de toon en kregen alle aandacht (in het volwassen leven is dat niet veel anders). De wereld wordt nu eenmaal niet geregeerd door poëten en filosofen. Ik voelde geen enkele behoefte om hun voorbeeld te volgen, was op mijn stille manier eigenzinnig en leerde pas laat in de middelbare school dat net daarom een aantal mensen mij waardeerden en graag hadden. Dat buitenbeentje label zat dus heel erg in mijn eigen hoofd.  En labelen is jezelf beperken. Voor velen van ons zijn labels – opgelegd door onszelf of door anderen – een levenslang excuus om bepaalde dingen niet te doen, niet te durven, om inert te zijn of steeds in dezelfde patronen te vervallen. De kracht van onze innerlijke overtuigingen is groot, ze kunnen ons heel erg beperken of net vleugels geven.

Uiteindelijk: wie is geen ‘buitenbeentje’? Gedrag is zo vaak een compensatie, soms een regelrecht tegengestelde of een ontkenning van wat er daarbinnen allemaal speelt. Never judge a book by its cover, en voor mensen geldt dat evenzeer. 

De vrolijkste grappenmakers dragen soms het grootste verdriet met zich mee. De grootste bullebakken zijn soms eigenlijk kleine onzekere vogeltjes die gewoon heel luid kwetteren. Al zijn er natuurlijk ook klootzakken en bitches, zonder meer.

Zelf ben ik al vaak een ‘stil water’ genoemd (met diepe gronden, zoals het cliché gaat). Ik begrijp waarom mensen dat zeggen. Maar een stil water? Zo voelt het hier vanbinnen niet. Al is de grond wel diep. Het is hierbinnen soms zo heftig dat ik het lastig heb met mezelf, dat ik gewoon geen manier vind om die intensiteit helemaal te delen, met niemand. Dan komt het er soms uit in een schrijfsel of ik vlucht in muziek, in iets dat mezelf overstijgt. Het is een zegen en een vloek; het is wat het leven zo mooi maakt voor mij maar vaak ook moeilijk.

I have never been a blue, calm sea, I have always been a storm, ooh always, been a storm,” zingt Stevie Nicks (Fleetwood Mac, Storms). Ja, een storm, dat beeld past me beter. Al ben ik nu ook weer geen tornado, eerder een zomeronweer. Ik hou van de wind die dan opsteekt in de warme lucht vlak voor de hemelsluizen opengaan. De eerste verfrissende regen die valt en de geur van de druppels wanneer ze de warme ondergrond raken. Er hangt spanning in de lucht, in de verte wat dreigende donder, een paar bliksemschichten. Zo gaat het even door en dan klaart het op. Er is weer zuurstof en druppels blinken als kostbare juweeltjes tussen de bloemen en planten.  Tot de volgende storm komt.

Een afwisseling van intensiteit en rust. Ja, dat beeld past me veel meer dan een stil water of een buitenbeentje. Geen label, geen beperking, maar een altijd bewegend, altijd evoluerend fenomeen, nooit helemaal voorspelbaar. Een zachte zomerstorm.

Het mooiste is misschien wel als je op een dag dit kunt zeggen, zoals schrijfster en dichteres Maya Angelou zo wijs verwoordde: “Ik hoor bij mezelf. Daar ben ik heel trots op.”

 

Levenskunst is er ook als boek! 114 pagina’s vol troost, relativering, ontroering, weemoed, blijheid, (wan)hoop, verwondering, verlangen. Meer info of bestellen.

 

 

3 gedachten over “Het buitenbeentje-syndroom

Voeg uw reactie toe

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑