Ons pact moet zo’n twaalf jaar geleden gesloten zijn. Volgens mij begon het die middag toen we met z’n drieën ontsnapten van ons bureau en weg zouden blijven voor een lunchpauze die meer op een halve dag congé leek. Het was een – achteraf bekeken brave – daad van protest. De grote baas had nogal fijntjes aan onze manager laten weten dat het echt niet nodig was dat wij strategisch zouden nadenken (stel u voor, communicatiemensen die strategische kuren krijgen, dat zou wel eens tot ongewenste inzichten kunnen leiden!). Als we niet moesten nadenken, vonden we dat we vooral heel lang moesten gaan lunchen ergens op een zonnig terras. Dame blanche met ferme toef slagroom inbegrepen. Na de dame blanche reden we nog naar de toekomstige woonst van Björn. De plek waar zijn grootouders hadden gewoond, temidden van velden en een bos. Er was veel werk aan het huis en Anne en ik volgden Björn doorheen de kamers en het overwoekerde bos, een mengeling van twijfel en enthousiasme voor zijn woonproject in onze hoofden die de hele tijd heel erg hun best deden om niet na te denken (en zeker niet strategisch!).
Ergens rond drie uur zaten we weer achter ons bureau, zonder aan iemand een verklaring te geven voor onze verdwijntruc, scheve blikken van teamleden negerend. Tegenwoordig is daar een naam voor: FOERTdag.
Die middag werden we de drie musketiers. En nu, zoveel jaren later, staat er op die plek aan het bos één van de gezelligste huizen die ik ken en waar wij elk jaar in december met de musketiers een pre-Kerst feestje vieren. Een beetje als een kleine familie en ondertussen – na een zware toelatingsproef – uitgebreid met een vierde musketier en ook nog twee wederhelften. Het is elke keer een festijn met zoveel lekker eten dat we aan het einde van de avond wel naar huis kunnen rollen. Maar meer dan om het eten gaat het om het feit dat onze musketiersband nog steeds bestaat, ook al zijn twee van ons al jaren weg van dat oude bureau. Het bureau waar we (vaak veel te) hard werkten, managers en CEO’s zagen komen en gaan, elkaar optilden uit dipjes, maar ook vaak lachten en plezier maakten. En dat schept een band die je niet zomaar breekt.
Niet iedereen is het er over eens dat je persoonlijk moet worden met collega’s. En natuurlijk staat het iedereen vrij om daar grenzen in te trekken. Je schenkt je vertrouwen ook niet zomaar aan iedereen. Maar we spenderen wel erg veel tijd samen op de werkvloer. We zijn geen robots die op automatische piloot hun ding komen doen en dan weer naar huis gaan. We zijn mensen van vlees en bloed met onze eigen dromen en besognes, met goeie dagen en mindere periodes. Wie een beetje attent is voor hoe het met een ander gaat, merkt dat ook.
Je hoeft je hart niet uit te storten op het werk, en zeker niet aan eender wie. Enige voorzichtigheid is geboden. Maar het is wel van onschatbare waarde als het kan, als het vertrouwen er is en je ook als mens een klik voelt, los van de formele rol die je vervult.
Mij zal het nooit om status of macht gaan. Dat interesseert mij geen knijt. Het gaat mij om mensen, om het gevoel samen iets te kunnen doen dat zin heeft. En als het goed zit, dan is dat een band die langer stand houdt dan de periode van samenwerken en veel duurzamer is dan menig CEO carrière.
Zo gaat het met de musketiers. Lente, zomer, herfst, winter: wij bewegen mee met de seizoenen. Elkaars deur platlopen doen we niet, maar elk jaargetijde is er weer de vertrouwdheid van een date met ons clubke. Lang aperitieven, lang tafelen, de laatste verhalen delen. Vaak grappig, om niet te zeggen sappig, maar even goed serieus. Op de belangrijke momenten zijn we er ook. Vorige zomer nog stonden we samen op de dansvloer op het trouwfeest van Björn, ons uitlevend op Abba’s Dancing queen, vereeuwigd op de trouwvideo. En ik weet, als ik ooit reden heb om een groot feest te geven, dan horen de musketiers er bij. Vorig weekend ontkurkten we tijdens onze herfstreünie na een verfrissende boswandeling een fles champagne op het terras van musketier Lesley’s toekomstige woonst in opbouw. De zon kwam symbolisch piepen door het grijze wolkendek. Door de ramen tuurden we naar binnen, gaven ongevraagd tips over luifels en gordijnen, wuifden naar de buren en verkenden de straten van haar nieuwe dorp. Thuis bij Anne, een paar kilometer verderop, wachtte een heerlijke herfstsoep en ovenschotel en spinde de kat Franzel terwijl hij van schoot tot schoot wandelde.
Franzke was zo in zijn nopjes dat hij van contentement kleine love bites begon te geven in de handen die hem aaiden.
Hij voelde dat het goed zat. En wij ook.
Er zijn families die niet zo op hun gemak samenzitten aan tafel als wij, de musketiers.
Levenskunst is er ook als boek! 114 pagina’s vol troost, relativering, ontroering, weemoed, blijheid, (wan)hoop, verwondering, verlangen. Meer info of bestellen.
Geef een reactie