Scène 1 – Onderweg in de auto – begin december
Op een grijze, regenachtige vrijdag rijden we naar Rotterdam. Twee vriendinnen, L & P, op weekend, babbelend in de auto. Ik vermijd het een hele tijd om over mezelf te vertellen. Maar een hartsvriendin maak je niets wijs. We zijn al bijna aan de Nederlandse grens wanneer ze vraagt: “En jij, hoe gaat het met jou?” Ik hou mijn antwoord even in beraad. “Ik weet het niet,” begin ik mijmerend. “Ik mis sprankel,” omschrijf ik het dan. Het is een gevoel dat ik al maanden, eigenlijk al een heel 2019, meedraag. Het voelt als een krop in de keel die maar niet weg wilt gaan. Het was dan ook een jaar met veel emoties en vertwijfeling. Maar ook van inzichten en momenten van grote klaarheid. Een paar uur later kijk ik hoog vanuit de hotelkamer uit over Rotterdam, een betonnen stad in gure regen. Het besef is er: ik weet dat ik zelf voor de sprankel moet zorgen.
Scène 2 – In Brugge – 22 december
Een paar weken later zit ik met andere hartsvriendin L aan tafel in een Brugge vol kerstlichtjes. Ze heeft een dubbel cadeau voor mij. Een travel notebook met gladde, onbeschreven pagina’s die wachten op invulling, en Le Petit Prince, de tijdloze klassieker over ontdekking en verwondering. Ze zag het in de winkel en dacht aan mij. “Weet je dat het de eerste keer in lange tijd is dat ik een nieuw jaar in ga zonder reisplan? Ik weet niet waar ik in mijn eentje naar toe moet,” zeg ik met het prachtige notitieboek in handen. L spoort me aan om daar dringend verandering in te brengen. Zeker nu al die witte pagina’s vràgen om volgeschreven te worden. ’s Avonds, op de trein weer naar huis, begint er iets te keren in mijn hoofd. Ik lees nu en dan een paar bladzijden in mijn treinlectuur, maar mijn gedachten zitten elders. Ergens ver weg van het donkere landschap dat zich verborgen houdt achter de ramen. Het sprankelt in mijn hersenen.
Scène 3 – Op het werk – 24 december
G en ik zijn de kerstvakantiewerkers. De eindejaarssfeer hangt rond onze middagbabbels aan tafel. We kijken terug en we kijken vooruit. Ik vertel haar over het plan dat ondertussen in mijn hoofd aan het rijpen is en dat ik nog met niemand gedeeld heb. Hoe ik een beetje bang ben om uit mijn comfortzone te komen, maar tegelijk voel hoe hard ik dit nu nodig heb. De wereld durven instappen, mijn vrijheid omarmen en vleugels uitslaan. Uit het coconnetje komen waar ik me in 2019 wat teveel in verstopt heb. G zegt dat mijn ogen schitteren. “Doén!” zegt ze. We sporen elkaar aan om meer voor onze dromen te durven gaan, om ons niet zo in te houden. En voor het eerst sinds lang voel ik mijn hart opspringen.
Scène 4 – Mijn living – 27 december
Bij thuiskomst na het werk steekt er door de postgleuf in de voordeur een omslag met een wel heel dikke nieuwjaarskaart. Het blijkt een dichtbundel te zijn vol ‘vrolijke wanhoop’. Er is maar één iemand die mij dit zou sturen. En zo sta ik in mijn living met mijn jas nog aan door de gedichten te bladeren, met een glimlach om mijn mond. Ik stuur een bericht om E, de attente schenker, te bedanken. Hij heeft zichzelf ook een cadeau gedaan, meldt hij. Online masterclasses over schrijven, regisseren, acteren, fotograferen, … Hij heeft alle intro’s al verslonden en moest ook aan mij denken. E gelooft in mij. “Het begint bij je zelf, bij wie je bent, al de rest is techniek.” Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk. Ik beloof hem dat ik mezelf en hoe ik ben zal proberen te zien als een sterkte, niet als een hindernis.
Scène 5 – Parking op het werk – 30 december
De winter bijt zachtjes met vriestemperaturen. Ik stap uit mijn auto op de parking aan het werk en zie de ochtendhemel oranje-roze oplichten. Er wuift iemand. Collega T komt naar mij toe. Ze bibbert van de kou. T heeft zware maanden achter de rug. Zorgeloos het nieuwe jaar ingaan zit er niet in. We wandelen samen naar de ingang, praten even bij. Ik wou dat ik haar zorgen weg kon blazen, het op één of andere manier beter kon maken. En ik schaam me halvelings over de dingen waar ik me het afgelopen jaar bij momenten zo ongelukkig over heb gevoeld terwijl ik gezond ben en er zo veel mogelijk is. ’s Middags strekken G en ik onze benen in de late decemberzon. We komen T tegen en ze loopt een eindje mee naar de personeelsingang waar G en ik binnengaan. De gsm van T gaat af. Ik zeg haar dat de ringtone mij doet denken aan een koe in nood. Echt iets voor T om zoiets te kiezen. Ze lacht, minder klaterend dan we van haar gewend zijn. Maar toch, een lach. T kijkt naar ons vanop een afstand en wuift nog vlak voor we binnengaan. “Ik ben blij jullie te mogen kennen!” roept ze ons toe en wandelt dan nog een stukje verder in haar eentje. Sprankel vind je ook in winterzon en in lieve, oprechte mensen.
Pageturner
Twee kaartjes staan zij aan zij uitgestald in mijn boekenkast. Een kaartje van L en een kaartje van L. Een half leven vriendschap x 2, in goede en moeilijke tijden.
Met hun woorden duwen ze me zacht maar kordaat 2020 in, sporen me elk op hun manier aan om er iets van te maken.
En zo is dat eindejaar waar ik wat tegenop zag een pageturner geworden. Niet voor een nieuw hoofdstuk, maar voor een nieuw boek, een nieuwe reis, nieuwe inspiratie, nieuwe dingen om te leren, meer levenskunst, ongetwijfeld wel wat ‘vrolijke wanhoop’, maar ook sprankel.
With a little help from my friends.
Foto: Jon Deboer
Knuffel 😘
LikeLike
Knuffel terug aan jou, Mit X
LikeLike
Veel mag veranderen. Alleen jijzelf niet.
LikeLike
Jij ook niet alstublieft. Merci 😉
LikeLike