Ontroering, vapeurs, plaatsvervangende jaloezie, verliefdheid en onverdroten wellust worden aangekondigd voor de literaire avond Saint Amour. Het is alweer de 26ste editie. Schrijvers raken niet uitgeschreven over de liefde. Zangers raken niet uitgezongen over de liefde. Mensen blijven verlangen naar de liefde. In de stad duiken er overal rode harten op, ze hangen aan relingen van bruggen en aan verlichting boven de straten. Liefde, l’amour, love. 14 februari. Aan de kassa van de lokale supermarkt staan al wekenlang melige kaartjes op een rek. ‘Jij en ik’, ‘You’re the gin in my tonic’, ‘Our love story never ends’. Er is geen ontsnappen aan, aan dat ophemelen van de romantische liefde. Omwille van de commercie, maar ook omdat mensen het zo graag willen. Ik ben ook een mens, dat kan ik niet ontkennen.
Vorig jaar vloeide het zeer romantische stuk Fuck Valentijn uit mijn Levenskunst-pen. Ik had Cupido, dat kleine vervelende kwelengeltje, toen het liefst eigenhandig neergehaald met een zeer scherpe pijl. Omdat hij zo misleidend kan zijn, zo diep kan raken en vertwijfelen. In mijn verbeelding heeft hij bovendien een uiterst ergerlijk lachje. Dit jaar laat ik hem wat onverschillig rondfladderen.
Dat hij maar andere slachtoffers zoekt met zijn pijltjes en boogske. Ik heb mijn beschermend harnas aangetrokken. Al zou ik het graag weer afleggen.
Want het is wat zwaar, zo’n harnas. Het voelt zoveel lichter om ongepantserd door het leven te gaan. Ik ben zelfs bereid om opnieuw geraakt te worden, in de hoop dat Cupido eens recht in het doel schiet in plaats van er halfslachtig naast met een verschroeiend schampschot. Het wordt geen makkelijke opdracht voor de kleine liefdegod. Zeker niet nu ik me wapen met allerlei onromantisch leesvoer over de liefde.
Mark Manson schreef het uiterst onromantische stuk A brief history of romantic love and why it kind of sucks. Als single voel je je echt een pak beter na het lezen van die kleine geschiedenis. Tot zo’n 150 jaar geleden bestond het romantische plaatje dat wij hebben over relaties en liefde niet. Mensen hadden het te druk met overleven. Het happily ever after concept groeide pas toen persoonlijke vrijheid en geluk op de voorgrond kwamen. Vervolgens werd het beeld van de romantische liefde verpakt en verkocht door marketeers, Hollywood en de popcultuur. Het zadelt ons sukkelaars op met een totaal onrealistisch beeld van liefde en relaties.
Alain de Botton, filosoof en auteur van ondermeer Why you will marry the wrong person (best niet te lezen op de vooravond van je huwelijk, misschien wel bij een goed glas wijn na de scheiding), gelooft niet in het romantische ideaal van de ware die er altijd onvoorwaardelijk zal zijn, die je begrijpt en ook nog eens eeuwig voor vurige passie zal zorgen. Nee, schrijft hij, naast dat romantische idee van de liefde heb je échte relaties: “Relaties waarin je na een eerste romantische periode begint te ruziën over de afwas, tegen elkaar schreeuwt om de kleinste dingen en op termijn steeds minder seks hebt.” Wat het moeilijk maakt is dat we de alledaagse realiteit blijven afmeten tegen een onrealistisch ideaal en ons dan gaan afvragen wat er scheelt. Want liefde hoor je toch de hele tijd te voelen, zelfs bij de vuile was en ook als hij weer niet doet wat hij belooft? Niet volgens Alain de Botton. Love is not a feeling, it is a skill. Dat vind ik dan weer overdreven en een te grote miskenning van het belang van gevoel. Als je niets voelt, dan begin je er toch niet eens aan?
Al kan dat gevoel natuurlijk ontzettend misleidend zijn. Veel relaties draaien eerder rond een idee van hoe de ander is, rond de fantasie van een bepaald beeld dat je wilt invullen. En dat strookt op termijn gewoon niet met alle onsexy, vervelende dingen die nu eenmaal ook bij een relatie horen. Met verliefdheid alleen red je het niet: na gemiddeld 12 maanden gaat de hartstocht in duikvlucht. Liefde is meer proza dan poëzie. Zo’n dingen zetten ze natuurlijk niet op de melige kaartjes aan de kassa van de supermarkt. Oh nee!
In de romantische liefde zaagt men niet, snurkt men niet en prot men niet. Men maakt elkaar compléét. Men is de gin in elkanders tonic.
Psychotherapeut Wilfried Van Craen zag in zijn praktijk al veel koppels verschijnen die de gin al lang niet meer proeven en daar zeer ongelukkig over zijn. ‘Echtgenoten’ is de verleden tijd van ‘echt genieten’, grapt hij in zijn laatste boek, na zoveel gesprekken met wanhopige wederhelften, al dan niet in getrouwde status. “We denken dat de ander het antwoord is dat de leegte zal doen verdwijnen. Die hoop, dat verlangen, die hunkering, noemen we vervolgens liefde. Maar een ander kan die leegte niet vullen.” Dat zijn harde woorden voor wie – ondanks alles – in de romantische liefde wilt geloven. Ik moet het ook nog even laten bezinken.
En toch … Liefde bestaat. Liefde is geen verzinsel.
Liefde is wonderlijk, liefde is mooi, liefde geeft vleugels. (zegt mijn hart)
Maar je centreert je hele bestaan er best niet rond, als een reddingsboei voor alles, een garantie op geluk. Liefde verandert. Liefde is niet genoeg. (zegt mijn hoofd)
Hihi, en als ik raak schiet ben je toch verloren. (giechelt Cupido en hij scherpt de goudpuntige pijl die zich zelfs door een harnas boort)
Geef een reactie