“U bent 41, voor een verzekeraar staat u al met één been in het graf.” De adviseur bekijkt mijn gegevens en windt er geen doekjes om aan de andere kant van het computerscherm. Jozef heet hij. Een man van cijfers. Als vrouw van woorden had ik zo’n gesprek met een cijfermens nodig. Om de balans op te maken. Dat doet Jozef. Hij gooit mijn leven in de schaal en wikt en weegt met de blik van een bankier-verzekeraar.
“U heeft geen partner? En geen kinderen? Tja, aan mensen zoals u die wat alleen op de wereld zijn, vraag ik altijd: voor wie heeft u eigenlijk een schuldsaldoverzekering?”
De vraag die het antwoord al in zich draagt, blijft een moment tussen ons in hangen. Ik staar naar mijn eigen licht verbijsterde blik op het videoscherm, maar herpak me snel. De vaststellingen vormen geen waardeoordeel. Wat er in mijn hart omgaat, zal Jozef worst wezen. Om mij een gepast advies te kunnen geven, verdiept hij zich niet in gevoelens en zielenroerselen, maar in fiches, aktes en dossiergegevens.
Een paar jaar geleden zou ik (half) depressief uit dit gesprek gekomen zijn, met de neus op de feiten gedrukt, alleen op de wereld en al half dood verklaard. Vandaag luister ik enigszins geamuseerd naar de cijferman. Voor verzekeraars is leven één groot risico, het glas steeds half leeg, gebarsten en gebroken. Wat een ongeluk is het om geboren te worden!
Toch blijk ik zo half op weg naar het graf nog niet helemaal afgeschreven. Meer nog, de cijfers en feiten op een rijtje zettend, ziet Jozef perspectief voor mij. Het één en ander dient nader uitgespit, maar ik blijk voor de banken warempel een appetijtelijk profiel te zijn. Al zijn mijn vruchtbare jaren ook voor de bankiers wel degelijk geteld, want na je vijfenveertigste ben je pas echt ten dode opgeschreven. Jozef spoort me aan om van mijn woondroom, een huis(je) met tuin, een project te maken en dat niet op de lange baan te schuiven.
“Je kunt het.” Met die bevestiging zet de cijferman de wereld van de woordenvrouw op zijn kop.
Het is een openbaring. Ik kan me wel voor het hoofd slaan dat ik dit gesprek niet eerder heb gevoerd, verstrikt in beperkende gedachten, mogelijkheden afblokkend op basis van mijn eigen harde waardeoordeel: dat ik op één of andere manier niet voldoe. Ik ben voor niemand zo streng als voor mezelf. Dat soort ontboezemingen deel ik niet met Jozef natuurlijk. We houden ons hier aan de feiten. Ontdaan van allerlei emotionele ballasten en veronderstellingen wijzen die feiten mij nu de weg. Ik bedank de cijferman en laat het nieuwe perspectief inzinken.
Daar zit ze dan, de woordenvrouw, gepakt door cijfers.
Grote beslissingen in mijn eentje nemen, het is zowel beangstigend als bevrijdend. In de dagen na het gesprek kies ik een mooi schriftje uit. ‘Project (t)huis’, schrijf ik in grote, sierlijke letters. De notities van het gesprek met Jozef de adviseur worden overzichtelijk neergepend, volgende stappen opgelijst. Er zijn nog veel vraagtekens, maar het droombeeld wordt een plan.
De woordenvrouw weet dat enkel zij de zin van haar leven kan schrijven.
Er is nog veel plaats in haar schriftje.
Ze leeft haar leven. En het is mooi.
Petra .. dat heb je weer zo mooi geschreven 🤗
Prachtig
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je wel, Mit! 🤗
LikeLike
Wat een mooie ontroerende nog Petra
LikeGeliked door 1 persoon
Bedankt, Edgard 🤗
LikeLike
Go for it petra!
LikeGeliked door 1 persoon
💃🏻💪
LikeLike
Wat mooi Petra!
LikeGeliked door 1 persoon
Dank je wel 🙂 (en ook om te lezen, doet me plezier)
LikeGeliked door 1 persoon
Ik las het en eindigde met een glimlach op mijn gezicht.
LikeLike
Yes! Missie volbracht 🙂 (anders zou het geen Levenskunst zijn hé) Merci om te lezen, tof!
LikeLike