Bonbonnière

Gent ontwaakt moeizaam na de opening van de fameuze stadsfeesten. Verzamelingen blikjes, afval en een plas braaksel zijn de overblijfselen van het feestelijk gedruis, druk en dronken, over de geplaveide straten. Straks barst het weer los. Dan wemelt het van de feestgangers, muziek klinkt op de pleinen en bellemannen klingelen dat het een lieve lust is. Nu, in de betrekkelijk vroege ochtend, heeft de stad nog hoofdpijn. De stadsdiensten vegen de viezigheid weg om plaats te maken voor de nieuwe troep van straks.

Ik ben een vreemde in deze stad waar ik amper kom, maar ik verkeer in goed gezelschap en na een verkwikkende koffie bij Julie’s House wandelen we langs het Gravensteen naar de Tinnenpot, een theaterhuis verscholen in de kleine straatjes. Het voelt als een goed bewaard geheim: de Bonbonnière, een theaterzaaltje dat uit een poppenhuis lijkt te komen, compleet met balkon en rode fluwelen stoeltjes waar je diep in wegzakt.

De spotlights op het podium gaan aan en in het halfduister worden we toeschouwers.

Geen enkel detail is toevallig gekozen, dat weet ik meteen. Van de afbeelding van Munchs ‘De Schreeuw‘ op de koffietas op het tafeltje, tot de bruine vintage stof van het ‘professorpak’ van de handpop. Op het podium staat Edgard, aan de piano zit Marc, in de kleine regieruimte bedient Tine het licht en op de tweede rij zitten Gina en ik. Vrienden, collega’s, familie, het loopt hier allemaal door elkaar en ons raakpunt is Edgard, de man die zich daar op het podium durft bloot te geven. Hij lacht, schreeuwt, fluistert, vertelt. Hij vertolkt en is tegelijk helemaal zichzelf*. Het publiek gaat van muisstil met samengeknepen hart tot gniffelend, glimlachend. Het applaus klinkt luid na de laatste scène. Dit is ons Gents Feest, op zaterdagochtend in de Bonbonnière. Na een babbel in de foyer vertrekken we weer. De stad is wakker, maar kan ons vandaag niet bekoren. Onder een paar dreigende donkere wolken laten we het beginnende feestgedruis achter ons.

In de late namiddag ben ik thuis. Lezend, vanuit mijn bed, luister ik naar de regen die buiten mijn openstaande raam neervalt.

Het is malse regen, zacht en lauw. Regen zoals die alleen valt op een aangenaam warme, maar wisselvallige zomerdag. Ik lees in bed, simpelweg omdat dat kan op deze weekenddag. Op mijn schoot ligt een prachtig boek**, geleend van een vriendin. Ik voel me geborgen, zo genesteld tegen het kussen, de benen half onder het laken. Lezend en luisterend. Helemaal mezelf. En ik bedenk hoe goed het voelt om mensen in mijn leven te hebben aan wie ik niet hoef te verklaren dat ik wegloop van de Gentse Feesten en hou van de Bonbonnière en van boeken lezen bij het geluid van malse regen.

*Tegendraads van Edgard Eeckman, is er als boek en theatervoorstelling.

** Hello Beautiful van Ann Napolitano.

2 gedachten over “Bonbonnière

Voeg uw reactie toe

Geef een reactie op Eeckman Reactie annuleren

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑