Meisje, tot gauw

“Ze vroegen me in een sessie wat mijn droom zou zijn,” vertelt vriendin B. “Maar wat voor zin heeft het om over dromen te praten?”. Het is negen maanden na het telefoontje waarin ze me vertelde dat ze borstkanker had. Ze vond het zo lullig om mij dat over de telefoon te vertellen en ze wou dat ik mijn eten niet koud liet worden in het restaurant waar ik toen zat. Maar er was geen tijd te verliezen, ze moest meteen aan de chemo beginnen en het gewone leven kwam zo maar on hold te staan. Maar vandaag kunnen we eindelijk vieren dat de laatste stralingssessie achter de rug is. Chemo, operatie, radiotherapie: de weg is al lang geweest. Ons feestje bestaat uit een lunch en een tochtje langs fijne winkeltjes in mijn hometown Mechelen. Het haar van B begint weer te groeien en ze draagt rode lippenstift en nagellak. De rode lippenstift doet haar gezicht opleven. En de nagellak is nodig omdat haar nagels overgevoelig zijn geworden, net zoals de huid op haar vingertoppen. De straling heeft nu ook de huid op haar borst verbrand. Maar B is geen klager. “Gij zijt een sterke. Er zijn er ander die voor veel minder drama maken, misschien zou je het af en toe toch beter eens zeggen als het niet gaat,” zei ik haar ergens en cours de route toen ik tot mijn afschuw hoorde dat er zoiets bestaat als het harpoeneren van een borst. Wie verzint zo’n term?

In september wil ze weer aan het werk, halftijds. Dat dat misschien wat snel zal zijn, zeiden ze haar in het ziekenhuis. Maar B wil haar leven terug. En ze heeft rekeningen te betalen. Ernstig ziek zijn is duur. B is single mama van twee en heeft een hypotheek af te lossen. Haar dromen heeft ze dus niet geformuleerd, want ze wilt zichzelf geen illusies wijsmaken. Dat zegt ze niet zielig, maar heel nuchter rationeel. De behandelingen zijn achter de rug, maar het K-monster blijft nog op de loer met een revalidatieprogramma, medicatie met heel wat bijwerkingen en over een paar maanden nog een botscan. Ook de voortdurende confrontatie met andere patiënten, in verschillende stadia van hun behandeling, maakt het niet makkelijk om de draad weer op te pikken. B vertelt hoe een vrouw in de wachtzaal nogal dramatisch flauwviel.

“Ze was zo bleek. Ik keek haar aan vlak voor haar ogen weg draaiden en ze haar als een plank moesten opvangen. En iemand anders in de wachtzaal zei: ‘wat een smerige ziekte toch’.” Van een understatement gesproken.

En toch hebben we reden om te vieren, want B heeft weer een mijlpaal bereikt. We lachen die namiddag veel en halen ons hart op aan mooie spulletjes die ons inspireren. We spotten een elegante lange rok in een satijnen stofje. B vindt het mooi. Maar ze voelt zich nog te onzeker om te shoppen. Ze is voorlopig veroordeeld tot het dragen van t-shirts die haar huid niet omknellen en ze moet zich helemaal afschermen tegen de zon. Het is niet makkelijk om met die beperkingen kleding te vinden die haar aanstaat. “Dat is nog iets dat ontbreekt op de markt,” stel ik samen met haar vast. “Ja, kanker t-shirts,” zegt B met haar droge humor. Ik rol met mijn ogen. “Marketing gewijs zou ik toch een andere naam zoeken voor die collectie.”

Het is kwakkelweer en we haasten ons laat in de namiddag doorheen een fikse regenbui naar de dichtstbijzijnde koffiezaak. “Ik drink eigenlijk beter geen koffie meer. Ik krijg het er direct zo warm van,” stelt B vast. Nog iets dat veranderd is. Zelfs het drinken van koffie is anders. Maar de oprechte aandacht die B aan een ander kan geven en waarvoor ik haar zo waardeer, die is er nog. Hoe groot haar eigen misère ook al geweest is, nooit stopt ze met luisteren en vragen. Ze is één van die weinige mensen die net op het moment dat je het nodig hebt dat kleine berichtje stuurt dat het verschil maakt. Ook al hebben ze net haar borst geharpoeneerd en heeft ze alle reden om zich het gedoe van een ander vooral niet aan te trekken.

Ik laat haar niet naar huis vertrekken zonder een pot van de heerlijk geurende bodycrème die ze zo goed vindt, want haar geteisterde huid heeft hydratatie nodig. Ze is blij met het kleine cadeautje. “Jij verdient beter dan de blauwe pot Nivea die ze je in het ziekenhuis aansmeren,” zeg ik haar. Ze verdient het allerbeste, op elk vlak. En ik vervloek het smerige K-monster dat zo meedogenloos toeslaat. Maar B slaat terug. Het monster kermt en is bijna verdreven, al laat het strijdwonden na.

“Meisje, tot gauw,” omhelst B mij.
“Ja meisje, tot binnenkort,” omhels ik haar terug.

 

Levenskunst is er nu ook als boek! 114 pagina’s vol troost, relativering, ontroering, weemoed, blijheid, (wan)hoop, verwondering, verlangen. Meer info of bestellen.

4 gedachten over “Meisje, tot gauw

Voeg uw reactie toe

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: