Duik diep

Ergens onderweg in dit bevreemdende 2020 zijn we in juni beland. Zo ineens. De maand staat te lezen op de kalender in mijn keuken, maar ook in de wind die het opschietende graan streelt, in het gezoem van de bijen langs de Lavandula en de Nepenta, in de droge barsten in de grond en in de steeds hogere klim van de zon, gul strooiend met warmte en licht. We knipperen met onze ogen en alweer is er tijd verstreken. Met horloges en agenda’s proberen we hem te vangen. Maar de tijd lacht om zoveel menselijke dwaasheid. Hij is nooit te vangen. Wat voor zin heeft het hem te meten en registreren? Zwalpend tussen herinneringen van wat was en verwachtingen over wat nog komt, missen we vaak wat er is.

Daar, in het kuiltje tussen herinnering en verwachting, ligt de essentie. Bewegend in een opeenvolging van kleine momenten. Schijnbaar achteloos en routineus.

Als je niet oplet gaan de dagen, weken, maanden, jaren zo voorbij. Levend op automatische piloot. We laten stof neerdalen op het kleine dagelijkse en maken het tot een wachtkamer voor dat fantastische leven waar we van dromen en waar grootse dingen zullen gebeuren, ooit. En voor we het goed en wel beseffen wordt de zomer herfst en de herfst winter.

Op een dag is alles voorbij en vragen we ons misschien af wat we nu gedaan hebben met al die tijd. Hebben we hem wel echt geleefd en beleefd? Daarom draag ik al een paar jaar geen horloge meer en heb ik geen agenda voor mijn tijd buiten het werk. Verder dan een paar krabbels op de keukenkalender gaat het niet. Ik heb een uitzonderlijke vorm van FOMO (fear of missing out): het is net het volproppen van de tijd dat mij onrustig maakt en het gevoel geeft dat ik essentiële dingen mis. 

Ik huiver voor het keurslijf van een strakke agenda, wil de tijd niet vullen, maar voelen. Zoals in dat mooie liedje van Spinvis: ‘Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep, kom terug.’

De afgelopen maanden hebben me geleerd dat ik ook dichtbij kan reizen, langs de veldwegen van mijn dorp. Het gaat er om dat je het uitgesleten pad af en toe durft verlaten om eens van perspectief te veranderen en zo het bijzondere te zien. In het avondlicht kijk ik naar de begroeiing langs de waterkant en stap er in een impuls middenin. Avond na avond wandel ik hier, maar hou afstand tot wat ik zie. Ik heb in verre oorden in jungles en woestijnen gelopen, langs wild stromende oceanen en watervallen, op zoek naar de intensiteit die mij het leven zo diep doet voelen. Maar ook hier langs de kleine, vertrouwde veldweg kan ik dieper duiken. De distels prikken mijn benen en de grashalmen strelen mijn armen, buigend in de wind. Zo had ik die plek nog nooit ervaren.

Tijd doet er niet toe. Het gaat om de aandacht waarmee je leeft. Om het kijken bovenop het zien. Het luisteren bovenop het horen.

Ergens verderop zie ik twee vrouwen over de waterkant turen, gelokt door het geluid van een paar opgewonden kwakende eenden. ‘Oh, my god, die zijn aan’t … !’ roept één van de twee. Ze maakt haar zin niet af, maar lacht uitgelaten tegen haar vriendin. ‘Ik dacht dat ze aan het verdrinken waren. Allez, doe maar verder, eenden!’. Ik moet lachen om het tafereel, daar vanop mijn plekje tussen de hoge halmen waar ik op zoek was naar het mooiste avondlicht, maar zij zien mij niet.

De vrouwen vervolgen hun wandeling, de wellustige eenden doen onverstoord verder. Ik keer terug naar het pad, met open tijd en volle aandacht, wandelend doorheen kleine momenten. Meer en meer  begin ik te leren hoe ik het kan vinden, de plek tussen herinneringen en verwachtingen.

Droom een boot in de zon.
Geef hem zeilen en wind.
Reis ver.
Drink wijn.
Denk na.
Lach hard.
Duik diep.

Kom terug.

 (Spinvis)

 

 

2 gedachten over “Duik diep

Voeg uw reactie toe

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: