Het geklingel van de tram, het zigzaggen van de fietsers, het slenteren van de shoppers op en naast de voetpaden; het zijn vervlogen indrukken die terugkomen, rijdend door de stad. De laatste keer dat ik mijn auto doorheen de drukte loodste, kan ik me niet eens herinneren. Het verkeerslicht blijft eindeloos rood. Beschut achter het autoraam werp ik een blik op de winkelstraat die zich daar uitstrekt, een massa vol anonieme figuren over de brede boulevard.
Voor sommigen is dit het zogeheten ‘Rijk der Vrijheid’, maar ik voel mij een vreemde, een reiziger uit een ver land.
Het licht springt op groen, de tram zoeft vervaarlijk dicht voorbij. Het is niet de gps die ik volg, maar een herinnering uit wat inmiddels een vroeger leven lijkt. Cirkelend rij ik omhoog naar de dakparking met uitzicht op de Boerentoren. De trappenhal van het gebouw is gevuld met klanken van een luid roepend gezelschap, inwoners van dit Rijk. Ongetwijfeld zoeken ze de drukke winkelstraat op. Ik ga de andere kant uit, langs de straten rond de kathedraal. Dat ene winkeltje met de speciale boeken en snuisterijen is er nog, maar ik stap door. De massa op de straten voelt als een mierennest. Gemondmaskerde mensen krioelen over de kasseien, geladen met zakken van de grote winkelketens, voor ze een rustpunt zoeken op één van de overvolle terrassen. Ik versnel mijn stappen. Langs de Grote Markt sla ik een zijstraat in naar de oude havenbuurt. Hier heerst rust. De fotogalerij ligt vlakbij. Foto’s van Stephan Vanfleteren en Vivian Maier ontmoeten elkaar in een kleinschalige tentoonstelling, een ode aan de straatfotografie.
Een handvol bezoekers beweegt zich traag doorheen de ruimte, bedachtzaam, wegdromend bij de beelden.
Een vertrouwd gezicht wandelt binnen, hier hebben we afgesproken. Omhelzen ter begroeting mag nog niet, maar ook met een beetje afstand voelen wij elkaar aan, samen kijkend naar de foto’s. Scènes uit het leven gegrepen, vervlogen en toch vereeuwigd. Beroepsfotograaf Stephan Vanfleteren versus het kindermeisje Vivian Maier van wie niemand wist dat ze in haar vrije tijd de straten van Chicago en New York op trok met haar fototoestel, in het Amerika van de jaren 50 en 60. Pas na haar dood gaven nooit ontwikkelde fotorolletjes haar unieke blik prijs. Bekeken door de lens van Vanfleteren en Maier wordt het ogenschijnlijk banale larger than life. Hoe klein de tentoonstelling ook is, de beelden tillen ons even op uit die andere werkelijkheid waar we dagelijks in vertoeven.
Vlak om de hoek van de galerij strijken we neer op een stil plein met café. Hier, ver weg van de massa, tsjirpen de vogels in de struiken.
Hoog boven ons drijven afwisselend grijze en blauwe luchten voorbij. De wolken huilen met tussenpozen dunne miezer. Terwijl wij traag koffie drinken en bijpraten, nu eens geanimeerd, dan mijmerend, is er niets te merken van de stadse drukte. Wanneer we een paar uur later wegwandelen van het plein is het na sluitingstijd van de winkels. Onder het oog van Brabo wuiven we elkaar uit tot de volgende date. Rond de kathedraal krioelt het mierennest nog in de nauwe straatjes. Rijen hongerige shoppers staan aan te schuiven om een plekje op een terras te bemachtigen. Welke grimassen schuilen achter de maskers? Welke beelden zou Vivian Maier maken anno 2021, omringd door half verscholen gezichten? Ik laat de potentiële straatfotograaf in mij vanavond rusten, te snel wandelend om details op te merken. Ik wil de stad uit.
Even later, in de beschutting van mijn auto, gaan de hemelsluizen open. Dikke regendruppels trommelen op het dak, de ruitenwissers zwiepen op volle kracht. Mijn weg uit de stad ligt minder goed in het geheugen dan die naar de stad.
De weergoden lachen in hun vuistje. Deze regen spaart mens noch mier.
De straten kolken in het Rijk der Vrijheid.
Foto: Vivian Maier
Geef een reactie