Er is een lingeriecollectie in mijn mailbox geland. Ik heb daar niet om gevraagd, maar rode en zwarte kant, transparante bodysuits met diepe decolletés, satijnen nachthemden en gewaagd rijgwerk (copywriting voor lingeriereclame is een kunst!) presenteren zich als onmisbaar voor een geslaagd liefdesfeest. Hoe zou een mens het kunnen negeren? Valentijn.
‘Ja, ik heb er zin in!’ staat er naast een smachtend fotomodel. Ik scroll door de mail, op zoek naar de uitschrijfknop.
Er is echter geen ontkomen aan. Facebook probeert me blinkende rode, witte en bruine harten van de fijnste Franse chocolade te verpatsen. In dubbele portie zal de chocolade ‘vlammen van blijvende passie aanwakkeren’. Van chocolade, tot boeken (extra spaarpunten als je een boek voor je geliefde koopt!) en een romantische date in een museum om ‘samen te verdwalen in een schilderij’: de druk om met een verrassing op de proppen te komen is hoog. Maar wat betekent een verrassing nog als het een verplichting is? En wat heeft dat in Cupido’s naam met liefde te maken?
Ach Cupido, de mollige liefdesengel met pijl en boog, hij heeft menig schampschot op zijn naam.
Ik herinner mij een huwelijksfeest vele jaren geleden. De bruid greep haar bruidegom vast met een zekere waanzin in de ogen en riep, luid zodat alle vrouwen daar het zouden horen: “Nu is hij van MIJ!” Een licht medelijden met de man in kwestie overviel mij. Lichtjes maar, want hij had hier zelf voor gekozen. Hij leek me op dat moment nog onnozelweg gelukkig, zijn mannelijke trots gevoed door het feit dat een vrouw, zijn kersverse bruid, hem zo claimde. Gewillig had hij zich laten vangen in haar klauwen. Liefde als een vorm van bezit, het kan tot niet veel goeds leiden.
Het huwelijk was van korte duur. Geen Valentijncadeau kon de leemte tussen hen beiden nog vullen.
Jaren later zag ik de toenmalige bruidegom op het trouwfeest van een gemeenschappelijke vriend. Hij oogde gelukkig, met een andere vrouw aan zijn zijde. Ze leek me noch hysterisch, noch bezitterig. Het klopte tussen die twee, dat voelde je meteen. Het trouwfeest zelf was één grote ode aan de liefde, liefde van de genereuze aard. Ik voelde een steekje in mijn hart: uit blijdschap voor de twee bruidegoms en ook omdat ik die droom voor mezelf zo had laten varen.
Een half jaar na dat trouwfeest zat ik koffie te drinken met een vriendin.
Het liep tegen Valentijn en lichtgevende harten bengelden boven de straten van de stad.
We konden er niet om lachen. Die harten, we hadden ze liever uit de lucht geplukt en vertrappeld onder onze voeten, want onze eigen harten waren gebroken. “Ik wil niet meer verliefd worden,” zei de vriendin, “Het doet zo’n pijn.” Maar overal werden we om de oren geslagen met die verdomde Valentijn, tot aan onze ontbijttafel toe, met troubadours die ongevraagd hartmintjes in het rond smeten.
We dronken nog meer koffie en vervloekten mannen, en ornamenten en snoepgoed in hartvorm.
Af en toe denken we nog terug aan dat ontbijt. “Weet ge nog, fuck Valentijn?” Dan glimlachen we, want we hebben dat gebroken hart overleefd. Al herinneren we ons nog de pijn en blijft er wel een littekentje, altijd. En is er veel dat we niet begrijpen van mensen, van de liefde, nog altijd.
Wat ik wel weet: liefde laat zich niet meten in juwelen, luxe chocoladedozen, kanten lingeriesetjes, gewaagd rijgwerk, champagne ontbijten, zelfs niet in zeemzoete woorden.
Liefde is niet te vatten. Het mooiste is als het komt, wanneer je het niet meer verwacht.
“To those who have given up on love: I say, trust life a little bit.”
― Maya Angelou
Dankjewel. Dit las heel prettig. Helemaal voor iemand die 0 opheeft met Valentijnsdag. Liefde is er altijd, niet op 1 bepaalde dag heel erg.
LikeGeliked door 1 persoon
Ha, zo is dat! Bedankt om te lezen, Samantha
LikeGeliked door 1 persoon