Zie je het dan niet?

Hallelujah! De klok heeft middernacht geslagen, het vuurwerk is verschoten, de laatste ijsstronk gegeten, … Kunnen we dan nu de draad weer oppikken, aub? De draad van vorig jaar of een nieuwe draad voor mijn part. Als het maar ‘nen draad’ is, want zo met eindejaar lijkt mijn draad een beetje verloren. Zowat overal en nergens, in de drukte van de winkelstraten tussen de shoppers, met dezelfde kerst jingles in de oren – steeds opnieuw! – en schreeuwerige reclames over feestmaaltijden en cadeaus. En dan na de kerst nog eens hetzelfde voor nieuwjaar. Beelden van ideale gezinnen aan ideale feesttafels. Een beeld waar ik niet in pas (en met mij nog vele anderen, maar dat wordt niet getoond). Er moét en zal gevierd worden.

Begrijp me niet verkeerd, ik hou van gezelligheid. Van samen eten met de mensen die ik graag zie. Maar het is zo beladen allemaal aan het einde van het jaar. Een soort collectieve waanzin slaat toe. En ik bekijk alles vanop een vreemde afstand. Onvermijdelijk komen ze, die eindejaarsmijmeringen. Ik weet waar ik gelukkig om ben, maar ik voel met zo’n dagen ook des te harder wat er niet (meer) is. Ik wou dat ik die eindejaarsperiode met een soort lichtvoetigheid van feestdis tot feestdis kon huppelen. Maar verdorie, ik moet dat allemaal weer zo diep voelen en ga daar dan onvermijdelijk weer over nadenken. Mijmeren (niet te verwarren met piekeren) op tijd en stond is goed, maar trop is teveel.

En toch …, ik hang lichtjes op thuis, stal de kerstkaarten uit en doe de mijne op de post, kijk uit naar lekker eten in fijn gezelschap, trek een feestkleedje aan, heb favoriete kerstplaten (Last Christmas! met cliché videoclip en al), heb er plezier in als Loes zo enthousiast haar nieuwjaarsbrief voorleest, … en voel me dan onnozel met al mijn mijmeringen. Dan wéét ik dat ik een gelukzak ben en alle redenen heb om te vieren. Dan zou ik mezelf wel eens door elkaar willen schudden, zo van “Zie je het dan niet? Het is hier vlak voor je neus!”. Maar we zijn allemaal vaten vol tegenstrijdigheden. Als water en vuur, zoet en zout, licht en donker, gevonden en verloren. En dus probeer ik ook mild te zijn voor mezelf.

Het hoofd weet iets, maar het hart voelt het soms anders. En allebei hebben ze gelijk, op hun eigen manier.

Op 2 januari zet ik mijn eerste avondloopje van het jaar in, na alweer de eerste werkdag van het jaar. Her en der bungelen er nog kerstmannen aan gevels en fonkelen lichtsnoeren aan dakgoten en in voortuinen. Ik voel de koude lucht op mijn gezicht en mijn handen. Maar bij elke beweging warmen mijn spieren op, stromen bloed en zuurstof door mijn lijf. De kilte van de avond spoort me aan om wat sneller te gaan. Ik adem op het ritme van mijn beweging. Dat doet mijn lijf zomaar, zonder nadenken, zonder mijmeren. Wonderlijk toch, hoe dat gaat. En als ik na mijn avondloopje weer mijn voordeur binnenkom, merk ik hoe mijn huis nog geurt naar verse kruiden en tomaten van de Soprano pasta & meat balls die ik de dag ervoor met liefde gemaakt heb voor mijn familie. Ik heb champagne geschonken en comfort food geboden, niet omdat het moest maar omdat ik dat heel erg graag wou. Omdat zij mij zo dierbaar zijn.

De kerstlichtjes berg ik weer op. De 2019 kalender hangt omhoog in de keuken en er broeden plannen en ideeën. Ik denk aan Jan Decleir die ik een paar dagen ervoor nog in een zwarte tutu over het theaterpodium zag huppelen (“Ik ben een heel oud kind,” glunderde hij). Ik lees ‘Odes’ van David Van Reybrouck; odes aan het leven, aan een nachtelijke autorit, aan ongeboren kinderen, aan het verliefdste popliedje ooit, aan het bierviltje, aan de troost, aan de poetsvrouw, … Stukjes pure Levenskunst.

En ik voel dat ‘mijnen draad’ terug is. Hallelujah!

 

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: