De termijn eindigt

Het dorpskerkhof met het oude gietijzeren hek en de rode bakstenen muren ligt er zoals altijd verlaten bij. Het is een plek waar ik enkele keren per jaar langsga, een stille roep van de grafstenen volgend. Het zijn korte, ongeplande bezoekjes waarbij ik mijn overgrootouders en grootouders in gedachten groet, los van ook maar enige katholieke overweging. Ik geloof niet in de hemel en ook niet in de hel, ik sla geen kruistekens en zou niet weten tot wie te bidden. Het is mijn buikgevoel dat me zo nu en dan in een opwelling naar deze plek leidt. Daar, tussen de grafstenen en gedenkplaatjes, overvalt me telkens een soort berusting.

Zo vergaat het iedereen, uiteindelijk. Het leven stopt, vroeg of laat.

Elke naam hier, op glanzend marmer of matte grijze steen, heeft een verhaal. Oudstrijders, echtparen, kinderen, zieken, verongelukten, krasse oudjes, de dood ontziet niemand. Op de graven in het oudste deel van het kerkhof staren strenge blikken vanop zwart-wit portretfoto’s. Sommige beelden zijn vervaagd, de doden zijn contouren geworden. De mensen die nog wisten wie deze namen gegrift in steen waren, zijn er zelf al lang niet meer. Als tienjarige dwaalde ik hier ooit rond, notaboekje in de hand, op zoek naar het oudste graf. Volgens mijn bescheiden geschiedkundig veldonderzoek bleek dat een eind negentiende eeuwse familiegraftombe te zijn. Impressionant vond ik dat, een eeuw tussen mij en hen in. Haast prehistorisch voelde het, met mijn nog kinderlijke blik op de tijd. Wie waren deze mensen, deze dorpsgenoten uit lang vervlogen tijden? De stenen zwijgen, nog steeds. Ze zijn het enige dat herinnert aan de mensen die hier ooit hun leven leefden, buiten het hek en de muren van het kerkhof, zelfs nu er niemand overblijft om hun verhalen te vertellen.

Iets meer dan dertig jaar na mijn kinderlijke ontdekkingstocht langs oude graven, wandel ik van mijn overgrootmoeder Anna naar mijn grootvader Willem.

Op de stenen kleven witte stickers, hele rijen lang. Bericht van de burgemeester. ‘De termijn eindigt op‘ gevolgd door een weggeregende datum. Het is een kwestie van maanden voor de graven zonder concessie verwijderd worden. Het voelt vreemd dat dit enige fysieke overblijfsel van het bestaan van mijn voorouders daarna voorgoed weg is. Niet zo heel ver in de toekomst zal niemand nog weten van hun bestaan. Al is dat het lot dat de meesten van ons beschoren is.

In gedachten verzonken stap ik door naar het columbarium waar een gedenkplaatje voor mijn oma hangt. Dit verlies is nog vers, dus deze plek blijft nog een tijd beschikbaar als ankerpuntje voor een moment van troost of bezinning, of om gewoon nog eens ‘dag moeke’ te zeggen. Er zijn weer nieuwe plaatjes bijgekomen, voor andere mensen van het dorp die zij ongetwijfeld kende.

De termijn eindigt, voor ons allemaal.

En toch fluiten de vogeltjes waar moeke zo van hield nog altijd levenslustig, ook hier op het kerkhof. Ze houden zich niet in voor de doden.

Een begraafplaats zegt evenveel over de dood als over het leven. Zelfs zoiets banaals als het geluid van brekend glas in de container vlak aan de ingang van het kerkhof zegt, zo afgemeten tegen de eindigheid: Leef! Breek dat glas!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑

%d bloggers liken dit: